Zuidnederlands rederijker uit de 2de helft van de 16de eeuw, aanvankelijk gevestigd te Roeselare, waar hij lid was van de kamer S. Barbara en misschien een gasthof hield, later (eind 1578 of begin 1579) uitgeweken naar Brugge, waar hij vóór 1596 overleed (kenspreuk: „Al qwaelcke ghewedt”).
Lawet is de auteur van een aantal stichtelijke zinnespelen, waarvan die uit de Brugse periode ( Taruwegraen en Verlooren Zoone) het Calvinistisch Protestantisme openlijk belijden.Bibl.: Spel van den H. Sacramente (1571); Spel up den Vader Onse (1577); Van de vroome vrouwe Judich ende van Holofemes (1577); Taruwegraen (1581); Vanden Verlooren Zoone (1583). Ongedateerd: Jhesus ten twaelf jaren oudt, Van tReyne Maecxsele. Toegeschreven worden aan hem : Van den vadere des huusgezins (1570); Swerels ghebruuken (1571); het tafelspel Van Meest elcken en d’Onruste consciëntie. Verloren, althans nog niet teruggevonden, zijn acht spelen van Paulus. Slechts twee spelen werden tot dusver volledig uitgegeven, t.w. tReyne Maecxsele door L. Scharpé in Leuvensche Tekstuitgaven, dl II (Leuven - Amsterdam 1906) en Vanden Verlooren Zoone door E. G. A. Galama (Utrecht - Nijmegen 1941).
Lit.: Beh. de inl. van Scharpé en Galama op hun uitgaven, A. van Elslander en L. de Scheerder, Een teruggevonden spel van de Roeselaarse rederijker R. Lawet in Album-Baur I (1948), blz. 242 e.v.; J. J. Mak, R. L. als Protestants dichter, in: Nieuwe Taalgids 1951.
