Vlaams schilder en beeldhouwer (Mechelen 2 Aug. 1882 - Amsterdam 11 Juli 1916), genoot zijn eerste opleiding aan de Academie zijner geboortestad, o.a. bij J. Willems.
Hij bezocht ook het atelier van de beeldhouwer Theo Blickx. Te Brussel volgde hij de lessen van prof. Aerts en werkte op de Academie in het atelier van de beeldhouwer Van der Stappen. Hij vestigde zich te Bosvoorde en schilderde er kleurige gezichten van het Zoniënbos en van-licht-trillende interieurs, met zijn vrouw bij haar huiselijke bezigheden. Hij begon toen ook voorgoed te beeldhouwen, torso’s en busten en ook levensgrote beelden, als de Dolle Dans. Als soldaat opgeroepen tijdens Wereldoorlog I, werd hij geïnterneerd te Amersfoort. Daar begon zijn laatste, zijn Hollandse tijd.
Hij werd er ongeneeslijk ziek. In die tijd schilderde hij zijn laatste zelfportret, met een zwarte doek over één van zijn ogen.
In 1916 werd een overzichtelijke tentoonstelling van zijn schilder- en beeldhouwwerk ingericht in het Stedelijk Museum te Amsterdam, dat zijn grootste en schoonste beeld, Huiselijke Zorgen, aankocht. Hij had de stippelkunst van het impressionnisme opgegeven en schilderde met brede streken van kleur, zo vluchtig en spontaan op het doek gezet, dat het bij plaatsen onbedekt bleef. In de beeldhouwkunst behoort hij tot de neo-impressionnisten die lichteffecten zochten in de boetsering. Zijn sculpturen waren die van een schilder; zijn schilderijen deden de beeldhouwer vermoeden. Hij mag door de helderheid van zijn kleur en de ongekunstelde, spontane weergave van de dingen, de laatste „fauve” in de Vlaamse kunst genoemd worden ( Fauvisme), en in zekere zin vertoont hij enige verwantschap met Matisse. Hij heeft vele portretten nagelaten.
PROF. DR J. MULS
Lit.: Edg. Tytgat, Quelques images de la vie d’un artiste (Londres 1917); A. J. J. Delen, R. W. (Antwerpen 1922); Nel Wouters, La Vie de R.
W. k travers son oeuvre (Bruxelles 1944); J. Muls, Een Eeuw Portret in België (Diest 1944); id., Het Einde van R. W., in: Verslagen en Meded. v. d. Kon. VI. Acad. (1944).
