(Henry), Engels economisch historicus (Calcutta 30 Nov. 1880), kwam na zijn studie op het Balliol College te Oxford met het arbeidersvraagstuk in aanraking als leraar (sinds 1905) aan een cursus voor volwassen arbeiders, georganiseerd door de „Workers Educational Association” (waarvan hij 1928-’44 president was). Nadien was hij in verschillende functies werkzaam aan de universiteiten van Glasgow en Oxford en had zitting in diverse staatscommissies, zoals de Coalcommission (1919), hetgeen tot publicatie van een aantal rapporten van zijn hand leidde.
Van 1931-’49 was hij professor in de economische geschiedenis aan de London School of Economics. Hij redigeerde jarenlang de Economie History Review, werkte nauw samen met W. H. Beveridge. Hij geldt als een der belangrijkste beoefenaren van de economische geschiedenis in Engeland en verwierf grote bekendheid met zijn boek over Max Weber’s bekende these Religion and the Rise of Capitalism (1926). De universiteiten van Oxford, Manchester, Birmingham, Chicago en Parijs verleenden hem het eredoctoraat.
Bibl.: The Agrarian Problem in the i6th Century (London 1912); The Acquisitive Society (London 1921); Religion and the Rise of Capitalism (London 1926, Duitse vert. d. M. Moser, Bern 1946); Equality (London 1931); Land and Labour in China (London 1932); Beatrice Webb (London 1945); The Western Political Tradition (London 1949). Uitg. (met E. Power): Tudor Economic Documents, 3 dln (1924); The Attack and Other Papers Ü953)-
Lit.: W. N. Nelson, in: Some Modern Historians of Britain, Essays in Honor of R. L. Schuyler (New York 1951), blz. 325-340.