Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Reinoud II van BREDERODE

betekenis & definitie

(1415?-1473), heer van Brederode, Vianen en Ameide en burggraaf van Utrecht, was een zoon van heer Walraven en broeder van Gijsbrecht van Brederode, die van 1455-1456 elect van Utrecht is geweest. Hij ondernam een reis naar het Heilige Land, keerde terug als ridder van Jeruzalem, en werd de machtige leider van de Hoeksen in Holland, die hem, naar het schijnt, wel als de wettige landsheer hebben beschouwd.

Hij was gehuwd met Jolande, een dochter van de zeer Hoeksgezinde Willem van Lalaing, stadhouder van Philips de Goede. In 1445 nam de hertog, die Brederode wegens zijn invloed zeer ontzag, hem op in de orde van het Gulden Vlies. Hij stond in 1452 Philips de Goede bij in de oorlog tegen de Gentenaars, en ontving in 1453 de hoge heerlijkheid over Brederode enz. in pandbezit. Tot een openlijk conflict met de hertog kwam het eerst in 1455, toen Reinoud weigerde zich aan diens wensen met betrekking tot het bisdom Utrecht te onderwerpen.

Hij steunde krachtig zijn broeder Gijsbrecht, die tot bisschop was gekozen, terwijl Philips de Goede deze waardigheid aan zijn bastaardzoon David van Bourgondië had toegedacht. Ook voor de overredingen van zijn ordebroeders van het Gulden Vlies is Reinoud niet gezwicht. Eerst 3 Aug. 1456, toen de hertog van Bourgondië met een leger tegen Utrecht optrok, heeft Reinoud zich, evenals Gijsbrecht, bij het verdrag van IJselstein onderworpen, op zeer voordelige voorwaarden. Als raad van bisschop David en drost van Hagestein bleef hij in het Sticht een belangrijke plaats innemen, tot hij in 1470, te zamen met zijn broeder domproost Gijsbrecht en zijn bastaard Walraven, door David van Bourgondië werd gearresteerd, beschuldigd van samenspanning en verraad.

Wat van die beschuldiging waar is, is nog altijd enigszins duister. Reinoud hield in ieder geval ook op de pijnbank in het slot te Wijk bij Duurstede zijn onschuld over het algemeen vol en hij werd op last van Karel de Stoute in vrijheid gesteld en gerehabiliteerd. Hij stierf kort na zijn ontslag uit de gevangenis.

< >