stadje en gemeente in Zuid-Holland aan de Lek, heeft een oppervlakte van 512 ha en telt (1943) 1815 inw. De kleibodem is grotendeels als grasland in gebruik.
Het stadje Ameide kreeg in de 14de eeuw stadsrecht van den heer. Ameide heeft mandenmakerijen en een niet onbelangrijke paardenmarkt. In de 14de en 15de eeuw was het een stad; maar het verloor deze rang, vermoedelijk toen het in 1527 door den bisschop van Utrecht werd ingenomen. De heerlijkheid was sedert 1315 in leen gegeven aan het edel geslacht Herlaer; na 1414 behoorde het aan de Heren van Brederode. Van dezen kwam het met Vianen, door aanhuwelijking, aan Simon Hendrik, graaf van Lippe-Detmold, die de beide heerlijkheden in 1725 aan de Staten van Holland verkocht. Deze hebben de heerlijkheid Ameide 4 jaren later wederom verkocht aan Arnoud Leers, heer van Herlaer, schepen der stad Rotterdam.