Vlaams schilder, ook Peter Candid en Candido genoemd (Brugge ca 1548 - München 1628), trok ca 1570 naar Florence, met zijn vader, de bronsgieter Elias de Witte, en was er waarschijnlijk in de leer bij Vasari.
Hij hielp Vasari in 1572 bij de versiering van de Sala Regia in het Vaticaan en ook bij de beschildering van de koepel van de Dom te Florence. Hij was van ca 1575 tot 1586 in dienst van de groothertog van Toscane en kwam in 1584 in dienst van hertog Willem V te München, welke post hij, met een onderbreking van 1595—1602, tot zijn dood behield.
Talrijke getekende of door oorkonden gewaarmerkte schilderijen van hem zijn bewaard, hoofdzakelijk in Duitsland en Oostenrijk. Zij tonen aan dat zijn stijl gedeeltelijk Vlaams bleef, vooral in de verzorgde uitvoering en kleurigheid, maar dat de kunstenaar veel van de vormleer van de Italianen overnam, zonder in het maniërisme te vervallen.
Lit.: P. Cardon, Notes biograph. sur Pedro Candido. Annales Soc. Emulation (Bruges, 2e série I ,1843); K. Steinbart. Jahrb.
Preusz. Kunstsamml., XIX (1903); H. Vos, Die Malerei der Spatrenaiss. in Rom u. Florenz, dl II (Berlin 1920); T. H. Fokker, Werke niederl.
Meister (’s-Gravenhage 1931); J. Held, Notizen z. einem niederl. Skizzenbuch in Berlin, Oud-Holland, L (1933).