Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Philippus van LEYDEN

betekenis & definitie

of de Leiden, beroemd Hollands rechtsgeleerde (Leiden? ca 1330-9 Juni 1382), was gesproten uit een aanzienlijk geslacht te Leiden. Hij werd opgeleid tot geestelijke, studeerde ook te Orleans, bood zijn Tractatus aan graaf Willem V aan, die hem daarop tot een zijner raden en kanunnik te Condé benoemde, hij reisde voor de graaf naar het pauselijk hof te Avignon en werd kanunnik te Middelburg, studeerde nog te Parijs en verbleef korte tijd aan het bisschoppelijk hof te Utrecht, doch moest als Hollander hier spoedig het veld ruimen.

Na nogmaals naar Avignon te zijn gereisd voor de graaf (1371), woonde hij verder te Leiden en wijdde zich aan de studie. Hij verzamelde hier een prachtige bibliotheek, die hij in zijn geheel liet voortbestaan. Zijn Tractatus behoort tot de belangrijkste boeken over staatsrecht, van buitengewone betekenis voor het recht en voor onze kennis van de periode van overgang van het feodale stelsel naar de nieuwe tijd.Bibl.: Tractatus de cura reipublicae et sorte principantis; Compilatio brevis sive tabula tractatus de cura etc.; Tractatus de formis et semitis reipublicae utilius et facilius gubemandae. Al deze werken zijn uitg. te Leiden in 1516 (De reipublicae cura etc.), te Amsterdam in 1701 d. S. Petzoldus (Tractatus juridico-politici) en te ’s-Gravenhage in 1900 d. R. F ruin en P. G. Molhuysen (De cura reipublicae) m. biogr. in de Werken der Ver. tot uitg. der bronnen v. h. oud-vad. recht II, 1.

Lit.: R. F ruin, Over Ph. v. L. en zijn werk, in: Versl. en meded. v. d. Kon. Ak. v. Wet., afd. letterk. VIII (1863), herdr. in Verspr. geschriften I (’s-Gravenhage 1900); J. en A. Romein, Erflaters van onze beschaving I (1938)

< >