Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-01-2023

Philippus van LIMBORCH

betekenis & definitie

Remonstrants godgeleerde (Amsterdam 19 Juni 1633 - Amsterdam 30 Apr. 1712), was predikant te Gouda (1657) en Amsterdam (1667) en werd in 1668 hoogleraar aan het Rem. Seminarie aldaar.

Hij doceerde in de geest van Episcopius en van zijn leermeester Curcellaeus, gaf hun werken uit en beschreef Episcopius’ leven. Belangrijk is ook zijn uitgave van de brieven van vooraanstaande mannen (o.a. Marnix, Arminius, Frederik Hendrik, Grotius). Zijn dogmatisch hoofdwerk is Theologia christiana ad praxin pietatis ac promotionem pacis christianae unice directa (1686; Ned. vert. 1703), practisch en irenisch van strekking en jarenlang zeer verbreid als leerboek. Van Limborch maakt onderscheid tussen noodzakelijke en niet-noodzakelijke dogma’s en rekent tot de laatste de triniteit, de praedestinatie en de rechtvaardiging; daarentegen legt hij de nadruk op practisch Christendom. In de Remonstrantse Broederschap had hij grote invloed. Met vele buitenlandse geleerden (o.a. Locke) stond hij in correspondentie.DR W F. DANKBAAR

Lit.: Abr. des Amorie v. d. Hoeven, Diss. theol. inaug. de Ph. a L. (1843). Biogr. Wdb. v. Prot. Godgel., VI (1949), blz. 41-47, alwaar overige lit.

< >