Tsjechisch godsdienstig schrijver van reformatorische richting (ca 13901460), was een vrije boer uit Zuid-Bohemen, die in jonger jaren enige tijd te Praag vertoefde en daar doordrongen werd van de denkbeelden der Tsjechische hervormingsbeweging van Huss en de zijnen. Na de bloedige overwinning der Hussieten over het leger van keizer Sigismund (1420) bij Praag, keerde hij, die tegenstander was van alle geweld, naar zijn geboortestreek terug en leefde verder op zijn boerderij in het dorpje Chelcice (vandaar zijn naam).
Daar schreef hij een aantal tractaten in zijn moedertaal (Latijn kende hij niet), waarvan de twee voornaamste zijn de Postille (geschr. tussen 1435 en 1440, iste dr. 1522) en Het net des geloofs (geschr. 1440-1443, 1ste dr. 1521). Behalve van de Tsjechische hervormingsbeweging, onderging Chelcicky in zijn denkbeelden sterke invloeden van Wiclif (inzake de avondmaalsopvatting) en van de Waldenzen. Hij predikt een radicaal-evangelisch en vrijwel anarchistisch Christendom. Voor hem is de bijbel de enige autoriteit van het geloof.
Hij verwerpt vagevuur, aflaat, heiligenverering en de eed, en bestrijdt ten sterkste weelde en woeker. Bovenal is hij een tegenstander van ieder geweld, zoals oorlog en lijfstraffen. Onrecht mag niet gewroken, maar moet deemoedig gedragen worden. Vandaar dat Tolstoj hem als zijn voorganger erkende.
Chelcicky’s geschriften vormden in menig opzicht de ideële grondslag voor de kerk der „Boheemse Broeders”, die uit de radicale richting van het Hussitisme is voortgekomen.PROF. DR TH. J. G.
LOCHER
Bibl.: Van Het net des geloofs is een Duitse bewerking verschenen d. Karl Vogl (Dachau 1924).
Lit.: Jar. Goll, P. Gh. und seine Lehre, in: Quellen u. Untersuch. z.
Gesch. d. Böhm. Brüder (Prag 1882).