Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OPHIETEN

betekenis & definitie

(Grieks ophis = slang) is de gemeenschappelijke naam die men geeft aan de vele gnostische sekten — vrijwel alle die behoren bij de Syrische groep (z gnosticisme) —, in welker leer aan de slang een zekere rol wordt toebedacht. Bij de Ophieten in engere zin, alsmede bij de Naasseners en de Peraten, is deze rol van centrale betekenis; bij de andere groepen is zij veeleer van bijkomstige aard.

Aldus wordt soms gezegd dat de slang de mens helpt om, in weerwil van de God van het Oude Testament, de ware kennis of gnosis te verkrijgen, hetgeen duidelijk aan het paradijsverhaal van de Genesis herinnert. In de leer der Ophieten overheersen de fantastische cosmogonische en astrologische voorstellingen der Oosterse godsdiensten, zijn de Oudtestamentische elementen talrijk, het contact met de Christelijke gedachte daarentegen eerder los en louter-uiterlijk. De slang (ophis) is nu eens de goddelijke wijsheid (sophia) dan weer de Verlosser (Sötèr) of ook het beginsel van het kwade of van de materie. De Ophieten beriepen zich niet op stichters, wier leer en gezag zij zouden handhaven; zij putten hun leer uit pseudo-openbaringsgeschriften, waarvan enkele (vooral het boek der Pistis Sophia) nog in Koptische vertalingen bewaard zijn gebleven. De Ophieten zijn ontstaan in Syrië en hebben zich van daar uit sinds de 2de eeuw verspreid over de naburige landen, vooral over Egypte.DR V. MOREL O. CAP.

Lit.: W. W. Hyde, Paganism to Christianity in the Roman Empire (1946).

< >