Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OPHIOGLOSSACEEËN

betekenis & definitie

zijn een familie van eusporangiate varens. Zij omvat in de gematigde en tropische gewesten ca 79 soorten met een kort, onvertakt en rechtopstaand stengeltje met 1-enkele bladeren, die 3-4 jaar voor hun ontwikkeling nodig hebben, voortgekomen uit een meest geheel onderaards, ongekleurd en knolvormig prothallium met talrijke antheridiën en archegoniën. De bladeren bestaan uit een onvruchtbaar deel, dat bij het 43 soorten rijke geslacht Ophioglossum L. meest ongedeeld, bij het 35 soorten tellende geslacht Botiychium Sw. gevind of dubbel gevind is, en een fertiel, dat zich bij Ophioglossum voordoet als een aartje met 2 rijen ringloze en met 2 kleppen openspringende sporangiën, bij Botrychium meest veervormig vertakt.

Tot de Nederlandse flora behoren 2 soorten: O. vulgatum L., de zgn. Addertong, vrij algemeen in vochtige weiden en duinvalleien, en B. Lunaria Sw., het Maanvarentje, dat vooral op duinhellingen voorkomt.

< >