tekst ontbreekt)....
bieden met een bevolking van meer dan1 millioen zielen. De stad is een belangrijke afscheephaven voor wol, citrusvruchten, gekoeld vlees en zuivelproducten. Vele industriële bedrijven zijn er gevestigd, o.a. kledingindustrie en bedrijven voor de vervaardiging van zeep, kaarsen, speelgoederen, meubels, batterijen, lederwaren, schoenen en machines.
Aan de goed uitgeruste haven zijn meer dan £ 3 millioen ten koste gelegd; in 1947 werd een nieuw vast droogdok in gebruik genomen, waarin schepen tot 17 000 ton kunnen dokken. In 1945 liepen in totaal 270 schepen de haven binnen, waarvan 184 onder Engelse vlag (1939: 862 resp. 565). Gelost werd een hoeveelheid groot 430 501 harbour tons (1939: 662 062), geladen een hoeveelheid groot 189 654 h.t. (1939: 296 854). De stad heeft tevens grote betekenis als visserijhaven en voorziet het land tot aan Rhodesië van vis.
De stad telt (1946) 78 500 inw., van wie 39 650 blanken, 31 025 naturellen, 5125 kleurlingen en 2700 anderen. In eerste aanleg was East London op de westelijke oever van de Buffalo Rivier gelegen, maar daar het eindpunt van de spoorweg op de oostelijke oever kwam te liggen verhuisde het merendeel van de bevolking naar de overzijde. Op ruim 10 km afstand ligt het vliegveld; dagelijkse diensten geven verbinding met Kaapstad, Johannesburg en Durban.
