Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

OOST-GOTLAND

betekenis & definitie

(of Östergötland), gewest (län) in het Z. van Zweden tussen de Oostzee en het Wettermeer, telt op 11049 km2 (1950) 348 000 inw. Bosrijke bergen in het N. en Z. sluiten een vruchtbare, welbebouwde vlakte in.

De grootste meren zijn de Glan, Sommen, Asunden en Roxen. Er is landbouw en veeteelt; aan de kust visserij en scheepvaart. De industrie (metaal- en textielnijverheid) is goed ontwikkeld. Twee kanalen en een aantal spoorwegen dienen het verkeer. Hoofdstad is Linköping.

< >