noemt men wel alle mensen, die niet tot het blanke ras behoren. Doorgaans echter reserveert men deze term voor personen van gemengd ras.
Behoort een der ouders (meestal de vader) tot het blanke ras, dan spreekt men ook wel van halfbloed. Naar gelang van de hoeveelheid „niet-blank” bloed, die de kleurling in zijn aderen heeft, gebruikt men verder soms termen als terceroon (kind van blanke en halfbloed), quarteroon enz. tot zelfs octavoon toe.Het woord kleurling heeft in het algemeen een denigrerende, zo niet minachtende betekenis. Vooral in Angelsaksische gebieden houden de woorden ,,coloured people” een aanduiding van minderwaardigheid in. Zo is daar de maatschappelijke positie van personen van gemengd ras veel lager dan bijv. in Frankrijk, de Franse koloniën, Nederland, het voormalig Ned.-Indië of Latijns Amerika. Terwijl men in de V.S. het kind van een blanke en een neger geheel tot de groep van de negers rekent, werd bijv. in Mexico of in het voormalige Ned.-Indië de halfbloed maatschappelijk practisch gelijk gesteld met de blanke. Zo kan men in de V.S. nagenoeg blanke ,,negers” aantreffen.
Het spreekt vanzelf dat er niet alleen tussen het blanke en de gekleurde rassen allerlei mengingen voorkomen, maar dat dit ook het geval is tussen de gekleurde rassen onderling. Er bestaat een veelheid van termen, waarmee de diverse kleurlingen worden aangeduid. Vele hebben slechts locale betekenis.
Enkele namen voor kleurlingen zijn:
Euraziër: afstammeling van blanke en Indiër in het voormalige Brits-Indië. Indo-Europeaan of Indo: afstammeling van blanke en Indonesiër. Ladino: Spaanse term voor kind van blanke en Indiaan, vooral in Mexico. Mesties: afstammeling van blanke en Indiaan. Mulat: kind van blanke en neger. Zambo: kind van mulat en neger.
Het gebruik van het woord creool voor kleurling is eigenlijk niet geheel juist, omdat met deze term oorspronkelijk blanken, in Latijns Amerika uit blanke ouders geboren, aangeduid werden, zulks ter onderscheiding van geïmmigreerde blanken.
PROF. DR H. TH. FISCHER.
