Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

ONDERHOUDSPLICHT

betekenis & definitie

(alimentatieplicht), verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud, bestaat volgens Nederlands recht:

1. tussen echtgenoten, ook al zijn zij van tafel en bed gescheiden (artt. 162 en 301 B.W.);
2. tussen gewezen echtgenoten (art. 280);
3. voor ouders jegens hun minderjarige wettige en onwettige kinderen (artt. 344 en 467);
4. tussen bloedverwanten in de opgaande lijn (art. 463);
5. tussen schoonouders en schoonkinderen (art. 464);
6. tussen meerderjarige natuurlijke kinderen en hun ouders (t.a.v. de vader slechts als hij erkend heeft) (art. 465).

De sub 5 genoemde verplichting vervalt o.a. jegens schoonmoeder of schoondochter, die hertrouwt; jegens behuwd kind, wiens huwelijk is ontbonden, terwijl daaruit geen nakomelingen in leven zijn, of tegen wie eis tot echtscheiding of scheiding van tafel en bed is toegewezen (art. 464). Ouders kunnen zich van hun verplichting in dezen steeds kwijten, door hun behoeftig kind bij zich in huis te nemen en daar van het nodige te voorzien. Voor andere onderhoudsplichtigen geldt deze faciliteit slechts, indien zij bewijzen, buiten staat te zijn, het voor nakoming hunner verplichting benodigde geld op te brengen.

Het onderhoud wordt bepaald naar de behoeften van de tot onderhoud gerechtigde en naar het inkomen en vermogen van de daartoe verplichte in verband met het getal en de hoedanigheid der andere te zijnen laste komende personen. Bij gewijzigde omstandigheden kan de door de rechter of bij onderlinge overeenkomst vastgestelde uitkering steeds worden gewijzigd (artt. 470 en 471).