de verhouding van meerdere tot mindere, is in een krijgsmacht van groot belang in verband met de gehoorzaamheidsplicht zonder welke een krijgsmacht niet goed kan functionneren.
Het Wetb. v. Mil. Strafr., dat de verhouding van meerdere tot mindere regelt, onderscheidt hierbij 3 gevallen. Men is meerdere:
a. krachtens hogere militaire rang;
b. bij gelijkheid van rang, krachtens meerdere ouderdom (anciënniteit) daarin, doch alleen met betrekking tot dienstaangelegenheden;
c. onafhankelijk van rang of stand, wanneer en voor zover de een, hetzij krachtens zijn betrekking als bevelvoerend militair, hetzij krachtens beschikking van het bevoegd gezag, de ander onder zijn bevelen heeft (art. 67 W.v.M.S., art. 3 Regl. betr. de Krijgstucht). Behalve gehoorzaamheid is de militair zijn meerdere ook eerbied verschuldigd. De meerdere heeft de verplichting van zijn grote bevoegdheden t.o.v. de mindere geen misbruik te maken (verschillende misdragingen van de meerdere t.o.v. de mindere zijn als misdrijf strafbaar gesteld. zie o.a. artt. 137-142 W.v.M.S.) en mag nimmer uit het oog verliezen dat het hem door de overheid toevertrouwde gezag over de mindere alleen betrekking heeft op de verhoudingen van de militaire dienst (art. 9 R.K.) (z krijgstucht).
LUIT.-KOL. MR H. H. A. DE GRAAFF.