Wat is de betekenis van onderhoudsplicht?

2024-03-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Onderhoudsplicht

m. (-en), 1. wettelijke verplichting om in het onderhoud van anderen te voorzien; 2. plicht iets in goede, bruikbare staat te onderhouden.

2024-03-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Onderhoudsplicht

zie Alimentatie.

2024-03-29
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

ONDERHOUDSPLICHT

(alimentatieplicht), verplichting tot het verstrekken van levensonderhoud, bestaat volgens Nederlands recht: 1. tussen echtgenoten, ook al zijn zij van tafel en bed gescheiden (artt. 162 en 301 B.W.); 2. tussen gewezen echtgenoten (art. 280); 3. voor ouders jegens hun minderjarige wettige en onwettige kinderen (artt. 344 en 467); 4. tussen b...

2024-03-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Onderhoudsplicht

→ Levensonderhoud.

2024-03-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Onderhoudsplicht

Voor Ned. zie → Alimentatie. In België is onderhoudsplicht de wettelijke verplichting, aan zekere personen opgelegd, in het onderhoud van anderen te voorzien. De o. bestaat eerst en vooral tusschen echtelieden (B.W. art. 212); verder bestaat zij tusschen ouders en kinderen (art. 203) alsook tusschen alle bloed- of aanverwanten in rechte l...

2024-03-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

onderhoudsplicht

v./m. (-en), 1, wettelijke verplichting om in het onderhoud van anderen te voorzien, alimentatieplicht (e); 2. plicht iets in goede, bruikbare staat te onderhouden. (e) In Nederland en België bestaat er een wettelijke verplichting tot het verstrekken van een bijdrage tot levensonderhoud tussen bloeden aanverwanten en tussen echtgenoten na echt...