( = regering van weinigen), in de Griekse Oudheid veel voorkomende bestuursvorm, waarbij de leiding van de staat, in plaats van bij het gehele volk of bij het grootste deel daarvan (democratie), bij een betrekkelijk klein getal burgers berust, die gewoonlijk tot een bepaalde klasse (aanzienlijken of rijken) behoren, of ook tot een bepaalde partij. Soms berust het eigenlijk bestuur dan bij zeer enkelen, die zich met geweld handhaven.
Voorbeelden van oligarchieën zijn Sparta, waar de geboorte uit bepaalde geslachten beslissend was; Korinthe, waar de rijken regeerden; Athene ten tijde van de Dertig tyrannen en van Demetrius van Phaleron.Lit.: L. Whitley, Greek Oligarchies (1896).
