of Buscoducensis, Sylvaducensis, Claiss van den Bosche, Braukhof, Bruchhofen), humanist en theoloog, (’s-Hertogenbosch 1478 - Blankenburg, Harz, tussen 28 Mei 1550 en 21 Oct. 1553), werd achtereenvolgens docent te Leuven, te Bazel (1519) en aan de Latijnse school te Antwerpen; hij streefde, onder invloed van Erasmus, een hervorming van het onderwijs in humanistische zin na. Hij verborg zijn sympathie voor de Lutheranen niet.
Nadat hij de veroordeling van Luther door de Leuvense Universiteit had afgekeurd, werd hij door de inquisiteur opgesloten, maar kon ontsnappen en vluchtte naar Bazel, waar hij, dank zij Erasmus, benoemd werd tot professor in Grieks en Latijn aan de Universiteit. In of na 1525 werkte hij in de Latijnse school te Bremen, en werd 1540, dank zij Melanchton, benoemd tot rector van de Latijnse school te Wezel; 1543 belast met het toezicht over alle scholen en predikanten van de stad, poogde hij — tevergeefs — een Lutheraanse Universiteit aldaar op te richten. In 1545 stelde hij voor de stad Wezel een Luthersgezinde belijdenis op. Aan het Interim van 1548 weigerde hij zich te onderwerpen: hij vestigde zich te Bremen en werd ca 1550, door bemiddeling van graaf Christoffel van Wurtemberg, tot predikant te Blankenburg aangesteld.
Hij schreef weinig. In navolging van Erasmus publiceerde hij, onder de schuilnaam Nicolaus Quadus Saxo, enkele pamfletten tegen de Leuvense en Keulse theologen; een werk van Erasmus voorzag hij van aantekeningen: Complures Luciani dialogi a Desiderio Erasmo Rotterdamo in latinum conversi et a Nicolao Buscoducensi illustrati (1521).Lit.: Biog. Nat. d. Belg., 3, 197; N. Ned.
Biog. Wdb. 3, 183 (met bibliogr.); K. Kraft, Zur Erinnerung an N. B. (c. 1865).