Egyptisch koning (609-594 v- Chr.) der 26ste, Saïetische dynastie, zoon van Psammeticus I. Hij trachtte de Egyptische invloed in Palestina en Syrië te herstellen door hulp te bieden aan de koning van Assyrië, die na de val van Nineve nog een guerrilla voerde tegen de Babyloniërs.
Josia van Juda, die de zijde der Babyloniërs koos en Necho bij Megiddo wilde keren, werd vernietigend verslagen; heel Syrië viel Necho in handen. Deze veroveringen waren echter van korte duur. Na de val van Nineve trok Nebukadnezar op tegen Necho, die bij Karkemisj een zware nederlaag leed (605) en hals over kop naar Egypte vluchtte. Slechts het feit, dat Nebukadnezar zijn veldtocht moest afbreken, redde Egypte. Sindsdien had Egypte geen buitenlandse eerzucht meer. Bekend zijn van Necho’s daden vooral zijn poging om het oude kanaal van de Nijl naar de Rode Zee te voltooien, een poging, die ook hij moest opgeven, en vooral de op zijn last volbrachte omvaring van Afrika. Phoenicische zeelui zeilden uit de Rode Zee rondom de zuidpunt van Afrika en keerden na drie jaar door de Straat van Gibraltar terug.