(door de Ouden Sinus Arabicus, door de Arabieren Bachr el Hidjaz genoemd), ca 2300 km lange binnenzee tussen Arabië en N.O.-Afrika. De totale oppervlakte bedraagt 462.000 km2, de grootste breedte 350 km en de grootste diepte 2200 m (bij Port Soedan).
In het N. is de Rode Zee verbonden met de Middellandse Zee door de Golf van Suez en het Suezkanaal, in het Z. met de Golf van Aden door de Straat Bab el Mandeb. Behalve de arm van de Golf van Suez splitst zich in het N. een andere, zich naar het N.N.O. richtende arm af, de Golf van Akaba. Deze laatste vormt de verbinding tussen de Rode Zee slenk en de slenk van de Dode Zee en is daarom ook veel dieper (soms meer dan 1000 m) dan de Golf van Suez.De oorsprong van de naam is onzeker. De kleur van het water is in het algemeen blauwgroen. Zo nu en dan drijven er aan de oppervlakte kolonies van rood gepigmenteerde algae: Trichodesmium erythraeum. Wellicht is hier de naam aan toe te schrijven. De kusten zijn meestal woest en zandig of rotsachtig; daarachter verheffen zich gebergten. In het midden stijgt de temperatuur van het water aan de oppervlakte tot 35 gr. C.
Het zoutgehalte is zeer groot, nl. 3,9 tot 4,1 pct. Het klimaat behoort tot de heetste en regenarmste der wereld. Langs de kust liggen talrijke koraalriffen en koraaleilanden, welke op vele plaatsen het landen bemoeilijken. Vanouds is de scheepvaart er zeer levendig. De beste havens zijn Suez, Port Soedan, Massaoea en Assab in Afrika en Jamboe el Bahr, Djedda, Hodeida en Mokka in Arabië.