(sinds 1878) von, eigenlijk Miska Leo Lieb, Hongaars schilder (Munkacs 20 Febr. 1844 - Endenich bij Bonn 1 Mei 1900), was van eenvoudige afkomst, ging nadat hij korte tijd tekenles te Boedapest kreeg, naar Wenen.
Te München werkte hij in het atelier van Piloty, maar te Dusseldorp maakte de manier van schilderen van Knaus meer indruk op hem. Reeds hier verwierf hij succes, maar met een werk in 1870 in Parijs ten toon gesteld bracht hij zowel bij het publiek als bij de kunstcritici groot enthousiasme teweeg. Hij vestigde zich in 1872 te Parijs, waar hij door zijn virtuoos talent en beminnelijkheid wereldnaam maakte, terwijl hij het middelpunt van het Parijse leven werd. Door ziekte geplaagd en met verzwakte zenuwen stierf hij in een sanatorium. Deze ongetwijfeld buitengewoon begaafde kunstenaar bleef steeds trouw aan zijn eigen artistieke opvatting en kon de revolutionnaire kunst van zijn tijdgenoten, de impressionnisten, niet waarderen. Zijn ideaal waren Rembrandt en Frans Hals, en als men van invloed wil spreken, kunnen slechts de naam Courbet en die van de landschapschilder L.
Paál (Barbizon) worden genoemd. Zijn naturalisme is reeds door een vurig coloriet en aangrijpende dramatiek weergegeven en met iedere penseelstreek openbaart zich het genie van de meester. Voor de huidige smaak lijken zijn grote doeken (Christus voor Pilatus, Christus aan het kruis) minder overtuigend en aangrijpend dan voor de tijdgenoten. Zijn meest bekende schilderijen, Milton en zijn dochters, en De dood van Mozart, zijn te theatraal om nog te boeien. Vooral in enkele voorstudies kan men de geniale begaafdheid van deze kunstenaar bewonderen, die bij zijn leven overschat en heden niet genoeg gewaardeerd wordt.
Bibi-: Munkäcsy, Souvenirs (Paris 1896).
Lit.: Ch. Sedelmeyer, M. v. M., sein Leben u. seine künstl. Entwicklung (Paris 1914); K. v. Lyka, M. v. M. (Wien 1926).