Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 06-08-2022

Michail iwanowitsj toegan-baranowskij

betekenis & definitie

Duits: Michael (von) Tugan-Baranowsky, Russisch economist (gouv. Charkow 1865 - tussen Kiew en Odessa 1919), zoon van een grootgrondbezitter, studeerde in Charkow eerst natuur- en rechtswetenschappen en daarna economie.

Van i8g5-’g8 en sinds 1905 was hij privaatdocent aan de Universiteit te St Petersburg; in 1914 werd hij aldaar hoogleraar aan het Polytechnisch Instituut. Eind 1917 verliet hij de stad en werd minister van Financiën in de Oekrainse volksrepubliek, doch als zodanig werd hij in Apr. 1918 door de Duitsers afgezet. Nadat de Duitsers waren verjaagd (einde 1918) werd hij professor in de economie te Kiew. Op zijn vlucht naar Parijs trof hem een beroerte.Hij behoorde eerst tot de Marxistisch georiënteerde, later echter tot de revisionnistische groep van socialistische denkers. Van zeer groot belang is Toegan-Baranowskij’s bijdrage tot de conjunctuurleer. Met Wicksell komt hem de eer toe als eerste de aandacht op het industriële karakter van het conjunctuurgebeuren te hebben gevestigd. Hij legt inzonderheid de nadruk op de centrale plaats, die de investeringen innemen en toont aan, dat terwijl de besparingen in de vorm van vrije kapitaaldisposities zich in de tijd vrij gelijkmatig accumuleren, de omzetting van deze vrije Lapitaaldisposities in vast kapitaal met schokken geschiedt, welk proces hij met de cylinder van de stoommachine vergelijkt. De organisatie van het geld- en credietwezen is bij dit alles slechts van klimatologische betekenis en mag stellig niet als oorzaak van de conjunctuur worden aangemerkt. Toegan-Baranowskij behoort tot de aanhangers van de monetaire overinvesteringstheorie. Zijn leidende gedachten zijn voor de ontwikkeling van de conjunctuurleer van groot belang geweest.

j. R. ZUIDEMA

Bibl.: Geschichte der russ. Fabrik (Berlin 1900, Russ. 1898); Soz. Theorie d. Verteilung (1913, Russ. 1913); Les crises industrielles en Angleterre (1913, Russ. 1894); Grundl. d. pol. Oekonomie (1923, Russ. 1909).

Lit.: M. Golman, T.-B. (Leningrad 1926, Russ.); S. Gringauz, M. J. T. B. und seine Stellung in der theor. Nationalökonomie, diss. Riga (1928); W. Gotz, Zum ökonomischen System T.B.’s, diss. Freiburg i. Br. (1930); Moiseev, L’évolution d’une doctrine, la théorie des crises de T. B., in: Revue d’histoire économique et sociale XX (1932); V. Tschebotareff, Untersuchungen über die Krisentheorie von M. v. T. B., diss. Berlin (1936); A. H. Hansen, Business Cycles and National Income (New York 1951).

< >