(wiskunde) is een meetkundig lichaam, dat ontstaat, wanneer een rechte lijn zich langs een gegeven kromme beweegt en daarbij evenwijdig aan zichzelf blijft. De lijn zelf beschrijft dan de mantel van de cylinder, ook wel (algemeen) cylindervlak genoemd.
Twee evenwijdige vlakken snijden de cylinder in twee congruente kromme lijnen. Het stuk tussen deze evenwijdige vlakken noemt men ook wel cylinder; in de vlakken ligt dan het grond- en bovenvlak er van. Gewoonlijk bedoelt men met cylinder meer in het bijzonder het lichaam, dat ontstaat als een rechte lijn beweegt langs een cirkel, welks vlak loodrecht op de lijn is (omwentelingscylinder). De rechte lijn, die de middelpunten van het grond- en bovenvlak van een omwentelingscylinder verenigt, noemt men de as. Wordt zulk een cylinder door een plat vlak gesneden en staat dit loodrecht op de as, dan is de snijlijn van dit vlak en van de mantel een cirkel — snijdt men de cylinder door een vlak, gaande door of evenwijdig aan de as, dan is de snijfiguur een rechthoek, terwijl doorsnijdingen in andere richtingen aangebracht, een ellips voortbrengen.
Als grond- en bovenvlak niet evenwijdig lopen, spreekt men van een afgeknotte cylinder. De inhoud van een cylinder wordt voorgesteld door het product van het grondvlak en de hoogte. De oppervlakte van de mantel is gelijk aan de omtrek van het grondvlak, vermenigvuldigd met de hoogte. Het zwaartepunt van de cylinder zowel als dat van de cylindermantel ligt op het midden van de as en het traagheidsmoment van een (homogene) cylinder ten opzichte van de as is gelijk aan de halve massa, vermenigvuldigd met het kwadraat van de straal.