of Hoffman, wederdoper (Hall in Zwaben vóór 1500 - Straatsburg Nov. 1543), was bontwerker te Wolmar, kwam na omzwervingen door Lijfland en de Skandinavische landen als Luthers predikant in 1527 te Lübeck en Kiel; in dat jaar had hij een disputatie met Bugenhagen* over het Avondmaal. Uit Denemarken verdreven als sectariër en sacramentariër kwam hij naar Straatsburg, waar hij Schwenckfeld* ontmoette (1530).
Ook vandaar verjaagd, trok hij predikend rond; in de omgeving van Emden organiseerde hij de Wederdopers. Zijn weg voerde hem naar Straatsburg terug, waar in een zeer nabije toekomst het Godsrijk verwezenlijkt zou worden. Aldaar in 1533 gekerkerd, stierf hij in gevangenschap. Zijn eschatologisch-apocalyptische prediking riep niet tot geweld op, maar tot bekering, deemoedige onderwerping, gehoorzaamheid aan de overheid. Hij is evenwel niet in staat geweest, zijn aanhangers van geweldplegingen (in de Nederlanden, Munster) te weerhouden. Zijn Christologie was ketters: hel Woord Gods heeft niet vlees en bloed uit Maria aangenomen, maar is in vlees en bloed veranderd. Merkwaardig is ten slotte zijn periodisering der kerkgeschiedenis in drie tijdvakken, waarvan de laatste met Luther begint; Luther heeft evenwel het werk niet voltooid,PROF. DR C. W. MÖNNICH
Bibl.: Formaninghe (1526); Das 12. Kap. Danieles auszgelegt. und das Evangelion ... im Advent (1526); Dialogus (1529; over het godsdienstgesprek met Bugenhagen); Auslegung der Offenb. Joh. (1530); Die Ordonnantie Godts (1530); Verclaring v. d. gevangenen ende vrien wil(1531, laatste twee uitg. d. S. Cramer, in: Bibl. reform, neerl. V 1909).
Lit.: W. J. Leendertz, Melchior Hofmann (1883); F. O. zur Linden, M. H. (Haarlem 1885); A. Hulshof, Gesch. v. d.
Doopsg. te Straatsburg (1905); W. J. Kühler, Gesch. der Ned. Doopsg. in de 16de eeuw (1932).