Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Leo GESTEL

betekenis & definitie

Nederlands schilder, tekenaar en lithograaf (Amsterdam 22 Nov. 1881 -Blaricum 26 Nov. 1941), was achtereenvolgens leerling van zijn vader, de Rijksnormaalschool te Amsterdam en de Rijksacademie aldaar onder Allebé en Van der Waay. Hij maakte veel studiereizen; werkte te Amsterdam, te Bergen (N.H.), in de Beemster en te Blaricum.

Met Jan Sluyters was hij een der leidende kunstenaars bij de vernieuwing van de Nederlandse kunst ca 1910, in aansluiting aan internationale stromingen en tevens een der belangrijkste schilders van de zgn. Bergense School. Decoratief en illustratief begaafd, had hij grote belangstelling voor de vele stromingen van zijn tijd.Gestel bleek de enig juiste uitdrukkingswijze voor zijn persoonlijk kunstenaarswezen niet overtuigend voor zich te zien te midden van de talloze mogelijkheden, die de stromingen van zijn tijd schenen te bieden, en volgde daarvan de een na de ander. Toch ontstonden telkens werken van sterk persoonlijk karakter en grote nadrukkelijkheid van expressie; lyrisch-romantische en monumentaal gerichte stemmingen wisselden af met typisch illustratief werk. Na zijn eerste contacten met Parijs werd de kleur helder en decoratief, de vormgeving vereenvoudigd en globaal-ornamentaal, om geleidelijk over te gaan in een van het Kubisme afgeleide „segment”-behandeling, waarin hij ook aansloot bij de experimenten van Mondriaan en de „Stijlgroep” (werken uit Mallorca). Gedurende Wereldoorlog I in Bergen ging hij over tot romantische verzwaring van de kleur, vervaging en oplossing van de afzonderlijke vormen (invloeden van het Vlaams Expressionnisme van Gustave de Smet en van Le Fauconnier) ; kort daarna volgden de werken uit de Beemster met de monumentale zwartkrijten Oostindische-inkttekeningen (landschap, stilleven); steeds zwaar in zwart en wit, in licht en donker, zette deze ontwikkeling zich voort in zijn Beierse periode en in Zuid-Italië en Sicilië.

De romantiek in de figuur-behandeling in die tijd neigde wel tot sentimentaliteit en behaagzucht. Beslissend werd dan zijn Vlaamse periode, waar hij in Sint Maartens Laethem in nauw contact kwam met de Vlaamse Expressionnisten (Permeke, de Smet, van den Berghe). Hier vond hij de drie motieven, die definitief zijn verder scheppen zouden opvangen; het paard, de werker, het naakt; alle drie sterk synthetisch gegeven. Daarbij kwam, vooral in de laatste jaren, het winterse landschap met de kale dorre bomen, de sneeuw, de ongerepte wijdheid en de suggestie van warmte en intimiteit in de lage zwaargedekte boerenhuizen.

Altijd is Leo Gestel de stijlvolle, maar grillige, de steeds wisselende, maar steeds persoonlijke, geestige en decoratieve, fijne tekenaar. Het ontwerp voor de eerste grote opdracht (voor een wandschildering in het postkantoor te Hilversum) bleef door zijn dood onvoltooid, doch toonde zijn zuiver begrip voor de eisen van de monumentale en ideologische kunst.

DR G. KNUTTEL WZN

Lit.: W. v. d. Pluym, L. G. (1936); J. Slagter, L.

G. (1948).

< >