(Latakië; Frans: Lattaquié; in de Oudheid: Laodicea ad Mare) is een stad in Syrië, gelegen aan de kust van de Middellandse Zee, tegenover de oostpunt van Cyprus en telt (1945) 33 000 inw. Zij is de hoofdstad van het gelijknamige mohafazet (district) en de enige haven van Syrië, van belang door tabaksexport en visserij.
Voorts is er sponsenvisserij en zijde-industrie. De oude Phoenicische naam van de stad was Ramitha; Seleucus Nicator (302-280 v. Chr.) noemde haar Laodicea, met de toevoeging ad Mare ter onderscheiding van andere gelijknamige steden. De stad werd later de zetel van een bisschop. Zij was tijdens de Kruistochten een welvarende stad. De kruisvaarders veroverden haar in 1102, doch Saladin nam de stad in 1188. Sultan Kalaoen roeide er het Christendom uit en in de 16de eeuw was Latakia van zeer geringe betekenis. Vóór Wereldoorlog I waren de stad en het district een deel van Turkije. In 1920 kwam dit gebied als Alawiya of Territorium der Alawiden onder het Franse mandaatgebied Syrië. In 1922 werd Alawiya een staat met Latakia als hoofdstad en in 1926 werd het een autonoom gebied in Syrië. In 1942 kwam het als mohafazet (district) van de Syrische republiek weer onder het centrale bestuur.