Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 17-10-2024

SALADIN

betekenis & definitie

met zijn volle naam al-Malik al-Nâsir Salâh ed-Dîn Jôesoef, sultan van Syrië en Egypte (Tekrît 1137 - Damascus 3 Mrt 1193), vergezelde in 1167 zijn oom Sjirkoeh, veldheer van Nôereddîn Mahmoed, naar Egypte om de Fatimiedische kalief tegen de Kruisvaarders te helpen.

In 1167 werd vrede gesloten. In 1168 was weder een hulpexpeditie nodig, na welker succes Sjirkoeh, in plaats van de tot nu toe oppermachtige vizier Sjâwar, zelf vizier werd. Sjirkoeh stierf in Mrt en zo werd Saladin oppermachtig vizier in het Fatimiedenrijk. In 1171 maakte hij een einde aan het kalifaat der Fatimieden en wierp zich op als alleenheerser van Egypte. Na het overlijden van Nôereddîn (1174) bracht hij ook Damascus en Syrië tot onderwerping, waarop hij de titel van sultan aannam. Hij werd door kalief al-Nâsir in die waardigheid erkend en maakte zich in 1183 meester van Mesopotamië. Ook de vorsten der Seldjoeken erkenden zijn heerschappij.

Wegens de trouweloosheid der Kruisvaarders leverde hij hun 4 en 5 Juli 1187 de geweldige slag bij Hattîn in de velden van Tiberias, waar Guy van Lusignan, koning van Jeruzalem en grootmeester der Tempelheren en der Johannieter ridders, werd gevangengenomen. Hij heroverde Accon, Saïda en Beiroet, waarna hem 2 Oct. ook Jeruzalem in handen viel. Tyrus echter kon hij niet veroveren en Accon niet ontzetten. Richard Leeuwenhart versloeg Saladin bij Arsoef, veroverde Caesarea en Jaffa en bedreigde Jeruzalem. Daarop werd een wapenstilstand gesloten (1192), waarbij de kust van Jaffa tot Tyrus in de macht der Christenen werd gelaten; Askalon werd gesloopt, maar Jeruzalem en zijn gebied bleef onder de heerschappij van de sultan. Saladin was dapper, rechtvaardig, mild en edelmoedig; hij liet 17 zoons en één dochter na en was de stichter van het Huis der Ejjoebieden (1171-1254).

Lit.: The Life of Saladin by Behâ ed-Dîn, ed. E. W. Wilson (London 1897); Röhricht, Gesch. d. Königreichs Jerusalem (Innsbruck 1898); S. Lane-Poole, Saladin and the Fall of the Kingdom of Jerusalem (London 1898); M.

Sobernheim, Art. Saladin, in: Enz. d. Islāms IV (Leyden 1934); C. Brockelmann, Gesch. d. islam. Völker u. Staaten (München - Berlin 1939); R. Grousset, Histoire des croisades et du royaume franc de Iérusalem (3 dln, Paris 1935-1938); Idem, L’Empire du Levant (Paris 1946).

< >