Wat is de betekenis van Kracht?

2025-07-14
Prisma Nederlands Fries

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-14
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Kracht

v. (-en), 1. physiek vermogen, sterkte van het lichaam of een deel er van van mensen en dieren : hij bezit vooral veel kracht in zijn armen ; behendigheid gaat voor kracht ; zijn kracht is gebroken ; zijn krachten verspillen’, met kracht op iets drukken, sterk drukken; zijn krachten nemen met de dag af, hij verzwakt zeer...

2025-07-14
Klankschaal ABC

Geert Verbeke (2000)

kracht

De kracht van de klankschalen is niet te onderschatten. Bij een klankmassage moet uiteraard goed afgewogen worden wat kan of niet kan. Bijscholing door uitwisseling van ervaring en evaluatie zijn geen overbodige luxe. Bij twijfel: geen klankmassage.

2025-07-14
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

kracht

kracht - Zelfstandignaamwoord 1. (natuurkunde) een uitwendige oorzaak die ongehinderd door andere krachten de bewegingstoestand van een lichaam verandert Volgens Newton is F gelijk aan het product m·a, waarbij F de kracht voorstelt, m de traagheid van het lichaam en a de versnelling van de beweging e...

2025-07-14
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

kracht

kracht - zelfstandig naamwoord 1. hoe sterk het is ♢ ik heb veel kracht in mijn armen 1. in de kracht van je leven [in je beste tijd] 2. met vereende krachten ...

2025-07-14
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

kracht

Aanduiding voor het bezit van hoge kaarten, zowel gezegd van een kleur (bv. hartenkracht) als van een gehele hand.

2025-07-14
Wielersportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

kracht

(de; -en) SP 1- fysiek vermogen, sterkte van het lichaam of een deel ervan: hij heeft veel kracht (macht) in zijn benen; explosieve kracht of snelkracht, de mogelijkheid om bij snelle bewegingen een zo groot mogelijke kracht te ontwikkelen; het in het begin van de race op het vlakke stuk met zijn krachten smijten kostte hem tijdens de slotklim de o...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-14
Atletiek- en turnwoordenboek

Jan Luitzen (2008)

kracht

(de; -en) I)SP - fysiek vermogen, sterkte van het lichaam of een deel ervan: explosieve kracht of snelkracht, de mogelijkheid om bij snelle bewegingen een zo groot mogelijke kracht te ontwikkelen; zijn krachten meten met iem. is de essentie van sport, zien wie de sterkste is, met hem strijden. 2 SP - elke oorzaak die in staat is een lichaam te verp...