Ned. militair (Klundert 15 Sept. 1835 - ’s-Gravenhage 15 Aug. 1927),werd opgeleid voor de militaire stand, diende in diverse rangen bij het leger en werd commandant van de stelling Amsterdam. In 1897 werd hij minister van oorlog in het kabinet-Pierson-Borgesius en onder hem kwam de wet op de persoonlijke dienstplicht tot stand.
Een poging het jaarlijks contingent van 11 000 tot 17 500, en de diensttijd voor de infanterie van 8½ maand tot een jaar te verhogen, door hem in 1901 gedaan, strandde op het verzet van de Tweede Kamer, wat de minister zijn portefeuille deed neerleggen. Van 1905-1918 was hij lid der Tweede Kamer van de Liberale Unie.ELANDSLAAGTE
is een Zuidafrikaans dorp, ca 24 km ten N.O. van Ladysmith in Natal, aan de spoorweg naar Transvaal. Hier werd op 21 Oct. 1899, tien dagen na het uitbreken van de Tweede Vrijheidsoorlog, generaal Koek met 800 man na een bloedige strijd verslagen door generaal French met 6 à 7000 man. De oorzaak van deze ramp was ongehoorzaamheid van generaal Koek. Terwijl Joubert naar Dundee oprukte, gaf hij Koek bevel om in de Biggarsberg stelling te nemen, van daar de spoorweg af te snijden naar Ladysmith, waar de Engelse hoofdmacht lag, en contact op te nemen met de Vrijstaters, die over de Drakensbergen naar Ladysmith oprukten. Verlokt door de successen van enige patrouilles, die bij Elandslaagte een militaire trein namen en het station bezetten, trok Koek met zijn gehele macht naar Elandslaagte, ver vooruitgeschoven en tussen de Britse stellingen gelegen, waar French hem de volgende dag verraste en uiteensloeg. Dit betekende tevens het einde van het „Hollander-korps”, dat kort tevoren uit Nederlanders en oud-Nederlanders in Johannesburg en Pretoria was gevormd, en dat in deze slag zware verliezen leed. De oprichters, dr Hermanus Coster (geb. 30 Juni 1865 in Alkmaar), advocaat en oud-staatsprocureur te Pretoria, en Cars Geert de Jonge (geb. 10 Oct. 1865 in Bahia), oud-secretaris van onderwijs te Pretoria, waren onder de gesneuvelden. De commandant, J. P. L. G. Lombaard, lid van de Eerste Volksraad, ontkwam. Dat het korps, ondanks vele pogingen van Nederlandse zijde, niet hersteld is, werd door de regering van Kruger toegeschreven aan het feit dat de Hollanders wel dapper waren, doch niet aan de vechtmethoden der Boeren gewoon, zodat ze beter over Boeren-commando’s konden worden verdeeld.
PROF. DR M. BOKHORST
Lit.: J. van Dalsen, Die Hollander-Korps tydens die Tweede Vryheidsoorlog (Historiese Studies, Jrg. IV, 1943, no 2).