(Constanz), Westduitse stad in het Land Zuid-Baden, ligt aan de Rijn, op het punt tussen het Bodenmeer (of meer van Konstanz) en de Untersee met (1950) 44030 inw. (1939: 36550, 1945: 38500), van wie 28 pct Evang., 67 pct R.K. en 5 pct andersdenkenden, bestaat behalve uit de oude stad nog uit het vroegere klooster Petershausen en de stadsgedeelten Seehausen en Paradies op de rechter- en de Kreuzlinger voorstad op de linker-Rijnoever. Het zuidelijk gedeelte van de stad grenst aan Zwitserland.
In de oude stad bevinden zich de Romaanse Dom (1052-1068) waar de meeste vergaderingen van het concilie werden gehouden, het in 1388 gebouwde Kaufhaus, waar tijdens het concilie het kardinaalsconclave vergaderde, en het Renaissance-stadhuis (1592). De Hussenstein, ten W. van de stad, geeft de plaats aan waar Joh. Huss werd verbrand. In het vroegere Dominicaner klooster (op de „Insel”; 1785 opgeheven, daarna katoenfabriek, en sedert 1875 hotel) is het graf van de beroemde Griek Manuel Chrysoloras en hier heeft ook Huss 89 dagen gevangen gezeten.De stad is een middelpunt van handel en verkeer (spoorwegknooppunt). In de nabijheid liggen o.m. het slot Arenenberg, aan de Untersee, het eiland Mainau in de Ueberlinger See, de voormalige Benedictijner abdij Kreuzlingen (thans met een onderwijzerskweekschool en een zenuwinrichting) en het oude en schilderachtige stadje Merseburg met het 16e eeuwse kasteel van de bisschoppen van Konstanz.
GESCHIEDENIS
Omstreeks 300 werd Konstanz gesticht door keizer Constantius Chlorus. Zetel van een bisschop is het reeds ca 550. Het bisdom kon zich als wereldlijke heerschappij niet belangrijk ontwikkelen, maar de stad werd een bloeiende rijksstad. Bij de Vrede van Konstanz stond keizer Frederik I Barbarossa aan de Lombardische steden haar republikeinse zelfstandigheid toe (25 Juni 1183). Van 1414-1418 vergaderde er het Concilie van Konstanz. In 1527 werd de stad Hervormd en verhuisde de bisschop naar Merseburg. In 1548 kwam de stad aan Oostenrijk, waardoor het Katholicisme weer hersteld werd. Bij de „Reichsdeputationshauptschlusz” van 1803 kwam het geseculariseerde bisdom aan Baden en in 1805, na de Vrede van Presburg, de stad eveneens. Het aantal gebouwen en woningen (1939 = 100 pct) bedroeg in 1945: 100 pct, in 1950: 108 pct.
Lit.: K. Beyerle, Konstanz im Wandel seiner Landeshoheiten (1906); A. v. Hofmann, K. (1922); P. Motz, K., seine baugeschichtliche u. verkehrswirtschaftliche Entwicklung (1925); G. Dehio, Handbuch der deutschen Kunstdenkmäler, IV (1926), blz. 169-176; H. Boeschenstein, K. (1929); H. Rott, Quellen und Forschungen zur südwestd. Kunstgeschichte, Bodensee und Schweiz, 2 dln (1933); W. H. Faiszt, Die geogr. Grundlagen der Siedlung K. (1935, Schriften d. Vereins f. d. Gesch. d. Bodensee); Jakob Eschweiler, Das Konstanzer Chorgestühl (Friedrichshafen 1949)
Concilie van Konstanz
het 16de algemene concilie, werd gehouden van 1414-1418, vooral met het doel om de kerkelijke eenheid in het Westen te herstellen, de dwalingen van Wiclef en Huss te veroordelen en de Kerk in hoofd en ledematen te hervormen. Het werd op voorstel van de Duitse koning Sigismund bijeengeroepen door de tegenpaus Johannes XXIII en beloofde aanvankelijk een schitterend verloop te hebben. Op zeker ogenblik telde men er 3 patriarchen, 29 kardinalen, 33 aartsbisschoppen, 150 bisschoppen, meer dan 100 abten, talrijke theologen en canonisten, een geheel leger mannen uit de hoge en lagere adelstand. Het aantal vreemdelingen steeg soms tot 70000, anderen zeggen zelfs 100000. Ondanks veel uiterlijke glans geleek het bijeengeroepen concilie spoedig op een republikeins parlement met achteruitstelling der hiërarchie, of op een moderne volkenbond met sterke nadruk op de eigen nationale belangen. Gregorius XII zond als afgevaardigde kardinaal Johannes Dominici P.O. en beloofde af te zullen treden als de beide andere Pausen Benedictus en Johannes zijn voorbeeld zouden volgen. Koning Sigismund wist, na het vertrek van Johannes XXIII in Mrt 1415, te beletten, dat alles in de war liep. De tegenpausen Johannes en Benedictus werden afgezet, tegen welk besluit de eerste niets wist in te brengen (men had hem trouwens gevangen genomen) en de andere zich tot aan zijn dood, in 1423, bleef verzetten. Wat paus Gregorius XII betreft, deze trad in Juli 1415 vrijwillig terug en maakte zo de weg vrij voor een nieuwe keuze, waaruit 11 Nov. 1417 de voorbeeldige kardinaal Otto Colonna als paus Martinus V met eenparigheid van stemmen te voorschijn trad. De laatste vier zittingen van het concilie werden door hem voorgezeten: zij waren ook daarom belangrijk, daar toen nog verscheidene hervormingsdecreten werden afgekondigd. Martinus heeft zich, onmiddellijk na zijn verheffing tot het pausschap, niet expliciet uitgedrukt over de vroegere decreten van het concilie. Wel verklaarde hij nog vóór de sluiting van het concilie, dat niemand mag appelleren van de hoogste rechter, de paus, noch in geloofszaken zich aan zijn oordeel onttrekken.
Lit.: Bronnen: G. D. Mansi Sacrorum Conciliorum nova et amplissima collectio (1903/’27), XXVI, XXVII; H. v. d. Hardt Magnum oecumenicum Constantiense concilium (6 dln, 16921700); H. Finke, Acta Concilii Constantinensis (4 dln, 1896-1928, hoofdwerk). Voorts: H. Finke, Forschungen u. Quellen zur Gesch. des Konstanzer Konzils (1889); J. Lenfant, Histoire du concile de Constance (2 dln, 217127); J. Hollensteiner, Das Konstanzer Konzil in der Geschichte der christlichen Kirche (1929).