of Religieus is naar Katholieke opvatting een gelovige man of vrouw, die niet alleen de geboden van het evangelie wil onderhouden, maar zich ook verbindt, willens en wetens (anders geldt het niet), tot het naleven der kloostergeloften. Zij behoren tot een Orde, wanneer bij hen plechtige geloften worden uitgesproken; waar geen plechtige, doch enkel eenvoudige geloften voorkomen, heet de instelling enkel Congregatie (z kloosterorden). Meestal worden de priesters met Pater, de toekomstige priesters met Frater, de andere mannelijke leden met Broeder aangesproken.
De kloosternonnen, die volgens haar regel ook plechtige professie doen, zijn monialen.Kloosterlingen heten exempt, wanneer zij aan de gewone jurisdictie van de bisschop der plaats onttrokken zijn en direct afhankelijk zijn van Rome. Hun instelling is juris pontificii, wanneer de H. Stoel haar ten minste het decretum laudis heeft verleend; anders is zij maar Jam dioecesani. In een religio clericalis worden de meesten priester; in een religio clericalis niet. Kloosterlingen behoren tot een domus formata, wanneer zij met zes geprofesten samen zijn (in een religio clericalis moeten vier van de zes dan nog priester zijn); anders is het maar een domus non formata.
Alle kloosters moeten regelmatig gevisiteerd worden, tegen bestaande misbruiken moeten de visitators streng optreden; over de tijdelijke ondernemingen moet voortdurend controle uitgeoefend worden; de clausuur moet streng onderhouden worden.
Lit.: H. v. Groessen, Het kerkel. recht voor religieuzen (Roermond 1940).