kloosterling
kloosterling - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die gekozen heeft voor het leven in een klooster ♢ De kloosterlingen namen deel aan de sext. Woordherkomst Afgeleid van klooster met het achtervoegsel -ling. Synoniemen monnik
Wiktionary (2019)
kloosterling - Zelfstandignaamwoord 1. iemand die gekozen heeft voor het leven in een klooster ♢ De kloosterlingen namen deel aan de sext. Woordherkomst Afgeleid van klooster met het achtervoegsel -ling. Synoniemen monnik
Muiswerk Educatief (2017)
kloosterling - zelfstandig naamwoord uitspraak: kloos-ter-ling 1. iemand die in een klooster leeft ♢ de kloosterlingen komen om vier uur 's morgens voor het eerst bij elkaar om te bidden Zelfstandig naamwoord: kloos-ter-ling ...
Professor mag. dr. J.B. Kors o.p. (1967)
1. Degene die de drie kloostergeloften (zie Gelofte) heeft afgelegd in een door de Kerk erkend → kloostergenootschap. 2. Degenen die zich op dat kloosterleven voorbereiden. 3. Degenen die in een klooster gemeenschappelijk leven, maar geen of niet alle geloften afleggen. Kluizenaars, → eremieten en → anachoreten zijn dus, bij gebrek a...
Winkler Prins (1949)
iemand, die in een door de kerk erkende gemeenschap leeft, hetzij als lid van een orde na het afleggen van plechtige geloften, hetzij als lid van een religieuze congregatie na het afleggen van eenvoudige geloften.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
of Religieus is naar Katholieke opvatting een gelovige man of vrouw, die niet alleen de geboden van het evangelie wil onderhouden, maar zich ook verbindt, willens en wetens (anders geldt het niet), tot het naleven der kloostergeloften. Zij behoren tot een Orde, wanneer bij hen plechtige geloften worden uitgesproken; waar geen p...
M. J. Koenen's (1937)
m. -en (bewoner v. e. klooster: monnik, non; lid der kloosterorde), vr. ook kloosterlinge.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: