Westduitse stad in het Land Sleeswijk-Holstein met (1950) 255 200 inw. (1939 : 265 445; 1945 = 165000), v.w. 95 pct Evang. en 5 pct R.K., is gelegen aan de Kieler Föhrde (Oostzee). Kiel, van 1866-1945 een zeer belangrijke oorlogshaven en marinestation, heeft rechtstreekse spoorverbindingen met Hamburg, Lübeck en Flensburg en is door electrische tramwegen met de omgeving verbonden.
STADSBEELD.
De stad bezit een kleine Middeleeuwse kern (met de Laatgothische Nicolaikirche en het oude stadhuis (uit 1596}), doch heeft zich na 1870 sterk uitgebreid langs de Kieler Bocht en is een moderne grote stad geworden. De industrie zetelt vooral langs de oostelijke oever, de woonwijken liggen meer langs de westelijke oever, vooral rondom het mooie Hohenzollernpark. De stad bezit o.a. verschillende musea, het voormalige slot van de hertogen van Holstein-Gottorp, later door prins Heinrich van Pruisen bewoond geweest, een in 1665 gestichte universiteit en bibliotheek, een scheeps- en machinebouwschool, het bekende „Institut für Weltwirtschaft und Seeverkehr” en een nieuw stadhuis (1911). De nijverheid bepaalt zich hoofdzakelijk tot scheepsbouw, fabricage van machines en werktuigen, papier en verder alles wat op scheepsbouw betrekking heeft. De grote visrokerijen (Kieler sprot) bevinden zich in Ellerbeck. Van 6-17 Jan. heeft er jaarlijks een mis of jaarmarkt (Kieler Umschlag) plaats. Te Kiel worden eveneens jaarlijks zeilwedstrijden gehouden, de zgn. Kieler Woche, die echter niet meer de betekenis van voor Wereldoorlog I hebben.
De Kielerhaven werd na 1866 tot oorlogshaven van het rijk en tot marinestation ingericht. De plaats breidde zich dientengevolge zeer sterk uit. Kiel beleefde zijn grootste bloei voor 1918, toen de Duitse marine haar grootste omvang bezat. De stad telde toen vele militaire instellingen. Deze haven, waarin het Kaiser Wilhelmkanaal bij Holtenau uitmondt, is een van de beste en veiligste havens van de Oostzee.
GESCHIEDENIS.
Kiel, vroeger Thom Kyle (d.w.z. „stad aan de baai”) komt reeds in de 10de eeuw onder de naam Kyl voor. Het eerste stadsprivilege is van 1242; in 1284 trad de stad tot het Hanzeverbond toe. Van 1721-1773 was Kiel de hoofdstad van het gedeelte Gottorp v.h. hertogdom Holstein. 14 Jan. 1814 werd er de Vrede van Kiel gesloten, waarbij Fred. VI van Denemarken afstand deed van het koninkrijk Noorwegen en van het eiland Helgoland. In Nov. 1918 brak hier de muiterij der matrozen van de „Hochseeflotte” uit, waarmede de Duitse Revolutie een aanvang nam. In Wereldoorlog II werden omvangrijke verwoestingen in woonwijken en industriegebieden aangericht.
Lit.: E. Hadicke, K., eine Stadtgeograph. Untersuchung (Kiel 1931, Mitt. d. Ges. f. Kieler Stadtgesch. no 36).