(1) provincie in het N.O. van de Anglo-Egyptische Soedan met een oppervlakte van 348 355 km2 en (1948) 675 000 inw. Zij strekt zich uit van Egypte tot Gailabat en omvat een deel van de Rode-Zeekust, waaraan de moderne haven Port Soedan gelegen is.
De bevolking bestaat vnl. uit Arabische stammen. Ondanks de lichte, in de 3 zomermaanden geconcentreerde regenval (35 cm per jaar) is verbouw van katoen en graan mogelijk op de door de Chor-el-Kasj (zijrivier van de Atbara) bevloeide, vruchtbare bodem. In andere bevloeide delen wordt gierst en sesamzaad verbouwd.(2) is de hoofdstad van de gelijknamige provincie met (1948) 30 000 inw. Zij ligt 385 km ten O. van Khartoem aan de Chor-el-Kasj in een steppenland, dicht bij de N. W. rand van het Ethiopische hoogland. De stad ligt aan de spoorlijn van Port Soedan over Kassala en Sennaar naar El Obeid en is opgenomen in het Soedanese luchtverkeersnet. De stad is een handelscentrum. Zij werd in 1840 door Egypte gesticht als militaire post in pas veroverd gebied, doch viel in 1885 in handen der derwisjen.
De Italianen veroverden Kassala in 1894 en gaven de stad in 1897 aan Egypte terug. In Juli 1940 werd de stad wederom door de Italianen bezet, doch in Jan. 1941 werden zij door Britse troepen verdreven.