Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Karren

betekenis & definitie

(ook Schratten of lapiis) zijn grillige oplossingsvormen aan de oppervlakte van gemakkelijk oplosbare gesteenten. Als zodanig gelden in de geologie kalksteen, CaC03, dolomiet, (Ga, Mg)CO3, gips, CaS04.2H20, en steenzout, NaCl.

De meeste karren treden in kalksteen op, o.a. in de Alpen, waar zij vroeger aan de oplossende werking van smeltwater uit sneeuw toegeschreven werden. Intussen zijn zij ook buiten de Alpen gevonden, in woestijnen, in de tropen, enz. en wordt hun ontstaan verklaard door de oplossende werking van regenwater, waarin uit de lucht C02 is opgenomen. Als bicarbonaat gaat de kalksteen dan in oplossing. Karren bestaan dikwijls uit smalle, diepe gleuven, die evenwijdig lopen met de verhanglijn van het oppervlak van het gesteente. Bovendien vindt de uitloging plaats langs breukvlakken en laagvlakken in de rots. De vorming van karren kan beschouwd worden als een zuiver oppervlakkige uiting van het karstverschijnsel (z karst).

Ook in moeilijk oplosbare gesteenten zijn oppervlakkige goten bekend, die in de richting van de verhanglijn lopen, o.a. in graniet. Ook deze worden aan oplossing toegeschreven. Zij zijn vooral uit de tropen bekend (o.a. uit Borneo en Hawaii) en bezitten minder grillige vormen dan de typische karren in kalksteen.

< >