Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Karel (spanje)

betekenis & definitie

naam van enige koningen van SPANJE.

Karel

z
Karel V (Rooms-Duits keizer).

Karel II

van Habsburg (Madrid 6 Nov. 1661 - i Nov. 1700), zoon van Philips IV en Maria Anna van Oostenrijk. In 1665 volgde hij zijn vader onder regentschap van zijn moeder op en hij aanvaardde in 1675 zelf de regering. Hij was zwak en ziekelijk en werd geheel door zijn omgeving beheerst. Tijdens het regentschap van zijn moeder had de Oostenrijkse Jezuïet Nidhart feitelijk geregeerd; door de tegenstand van Don José Juan, een bastaardzoon van Philips IV, werd deze verjaagd. Daarna volgde een aantal onwaardige gunstelingen, allen door deze Don José tegengewerkt. Het bestuur was zwak en ondanks Spanjes verarming was de verkwisting aan het hof zeer groot.

Karels beide huwelijken, met Maria Louise van Orleans en met Maria Anna van Palts-Neuburg, bleven kinderloos. In zijn testament wees hij Philips van Anjou, kleinzoon van Lodewijk XIV, als opvolger aan, maar dat was in strijd met de verdelingsverdragen, door Engeland en Frankrijk gemaakt, en zo ontstond de Spaanse Successie-oorlog.

Lit.: Marquis de Villars, Mémoires de la Cour d’Espagne de 1679 & 1681, publ. et annotées par A. Morel-Fatio (1893); L. Pfandl, Karl II (1940).

Karel III

van Bourbon (Madrid 20 Jan. 1716 - 14 Dec. 1788), zoon van Philips V en Elizabeth Farnese, werd in 1731 belast met het bestuur van het hertogdom Parma, namens zijn moeder. Hij deed in 1734 een inval in Napels en kreeg in 1738 bij de Vrede van Wenen van de keizer het koninkrijk der Beide Siciliën, terwijl zijn broeder Philips regent van Parma werd. Met zijn minister, markies Bernardo Tanucci, regeerde hij, als Karel IV, liberaal en over het geheel goed, ofschoon het financiewezen te wensen overliet. Hij verzette zich tegen de overdreven eisen van de paus en tegen de Inquisitie. Onder hem begonnen de opgravingen van Herculaneum, Pompeji en Stabiae voor de eerste maal op grote schaal (1748), Na de dood van zijn half-broeder Ferdinand VI (I75Q) besteeg hij de Spaanse troon. Zijn zoon Ferdinand werd toen koning van Napels.

Hij trad onmiddellijk tot het Bourbonse Familieverdrag (1761) toe, waardoor hij in een ongelukkige oorlog met Engeland en Portugal gewikkeld werd. Bij de vrede (1763) moest hij Florida afstaan, dat hij echter in 1783 terugkreeg, doordat Spanje meedeed aan de Amerikaanse Vrijheidsoorlog. Van betekenis is zijn regering in hoge mate door zijn binnenlands beleid. Hij is in alle opzichten het type van de verlichte despoot der 18de eeuw, stellig wars van alle volksinvloed, maar wel steeds bedacht op de bevordering van welvaart en ontwikkeling. In tegenstelling met Jozef II e.a. was hij gematigd en niet eigenzinnig en zijn hervormingen waren dan ook veel blijvender dan vele van die zijner collega’s. Voor de bevordering van handel en landbouw werd veel gedaan.

Ook de industrie leefde snel op. Verder ijverde Karel voor de vermindering van de invloed der Kerk, beperkte hij de werkzaamheid der Inquisitie (slechts 4 doodvonnissen), reglementeerde hij de rechtspraak en het goederenbezit der Kerk en plaatste hij heel het kerkelijk optreden onder staatstoezicht. Naar Portugees voorbeeld werden de Jezuïeten in 1767 verbannen. Het onderwijs werd krachtig door hem verbeterd.

Lit.: Addison, Charles III of Spain (1900); F. Rousseau, Règne de Charles III d’ Espagne (2 dln, 1907); Danvila y Collado, Documentos historicos del reinado de Carlos III (1909); Idem, Reinado de Carlos III (6 dln, 1891); Schipa, II regno di Napoli al tempo di Borbone (1904).

Karel IV

van Bourbon (Napels 12 Nov. 1748 - 20 Jan. 1819), zoon van Karel III, die hij in 1788 in Spanje opvolgde, was gehuwd met Louise Maria, prinses van Parma, en was steeds afhankelijk van zijn gemalin en van zijn ministers; vooral Godoy, de gunsteling van de koningin, heeft een overwegende invloed gehad op het staatsbestuur, zodat de kroonprins Ferdinand ten slotte in hevige oppositie kwam tegen deze minister en dus tegen de koning, die deze slaafs volgde (z Ferdinand VII). Onder zijn bestuur geraakte Spanje eerst in oorlog met het revolutionnaire Frankrijk (1793-1795). In de 3de Coalitie-oorlog sloot Karel zich aan bij Frankrijk en leed zo o.a. de nederlaag bij Trafalgar, waarin de Frans-Spaanse vloot door Nelson vernietigd werd (1805). Daardoor werd Spanje steeds meer afhankelijk van Frankrijk; ten slotte liet Napoleon Franse troepen Spanje binnenrukken, zgn. tot steun aan de koning en ter bezetting van Portugal. Tijdens de oorlog van Frankrijk met Pruisen (1806) wilde Godoy de koning bewegen Frankrijk de rug toe te draaien, maar reeds vóór de uitvoering van dit plan had de keizer Pruisen vernietigd. Hij sloot nu een nieuw verdrag met Karel IV (Fontainebleau, Oct. 1807), waarbij Portugal verdeeld werd tussen Frankrijk, Karel en Godoy.

Maar dit werd door Napoleon alleen in zoverre het Frankrijk betrof uitgevoerd. Ferdinand zag het gevaar en zette de bevolking op tegen de Fransen en tegen Godoy. Toen de vreemde troepen op Madrid aanrukten, noodzaakte een hevig oproer te Aranjuez de koning zijn gehate minister te ontslaan en zelf afstand te doen van de regering ten behoeve van zijn zoon (Mrt 1808). Murat bezette met Franse troepen Madrid en steunde de koning, die zijn afstand herriep. Napoleon riep daarop Karel, Ferdinand en Godoy tot zich te Bayonne en overtuigde vader en zoon beiden om afstand van de troon te doen (Mei 1808). Jozef Bonaparte werd koning van Spanje, terwijl Karel een jaargeld kreeg. Zijn oudste zoon Ferdinand, met wie hij in onmin leefde, werd in 1814 als Ferdinand VII koning van Spanje; zijn tweede zoon was de latere kroonpretendent don Carlos .

DR H.A. ENNO VAN GELDER

Lit.: A. Muriel, Historia de Carlos IV (6 dln, 1693-’95); A. Fugier, Napoléon et l’Espagne 1799-1808 (1930); J. Gómez de Arteche, Reinado de Carlos IV (2 dln, 1894).

< >