Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 18-10-2023

Karel Frederik WENCKEBACH

betekenis & definitie

Nederlands geneeskundige (’s-Gravenhage 24 Mrt 1864 - Wenen 11 Nov. 1940), studeerde te Utrecht en promoveerde aldaar in 1888. In zijn studietijd deed hij tweemaal een onderzoek in het zoölogisch station te Napels.

In 1892 vestigde hij zich als huisarts te Heerlen; hier begon hij zijn waarnemingen over de onregelmatige hartslag. Na vervolgens nog enige jaren de huisartspraktijk in Utrecht te hebben uitgeoefend, werd hij benoemd tot hoogleraar in de inwendige geneeskunde te Groningen (1901); in 1911 vertrok hij als zodanig naar Straatsburg; van 1914 tot 1929 was hij hoogleraar te Wenen. Voor de kennis der hartziekten heeft Wenckebach vele bijdragen van blijvende betekenis geleverd. Nog op hoge leeftijd deed hij op uitnodiging van het Koningin Wilhelmina Jubileumfonds een onderzoek in Nederlandsch-Indië, te zamen met W. C. Aalsmeer, over de pathologie van het beriberi-hart (1932), waardoor dit vraagstuk zeer werd verhelderd.Bibl.: De embryonale ontwikkeling bij ansjovis (Amsterdam 1887); De ontwikkeling en de bouw der bursa Fabricii, diss. (1888); Arythmie als Ausdruck bestimmter Funktionsstörungen des Herzens (Leipzig 1903, Eng. vert. 1904); Die unregelmässige Herztätigkeit u. ihre klinische Bedeutung (Leipzig 1914); Überden Mann von 50 Jahren (Wien 1915, Mitt. d. Ges. f. d. gesamte Therapiell, 10; sdeuitgebr. dr. 1917,Ned. vert.met F. Schouten: De man en de vrouw v. 50 j., 1923); (met H. Winterberg) Die unregelm. Herztätigkeit (Leipzig 1927); Herz- u. Kreislaufinsufficienz (Dresden 1931); Das Beri-Beri-Herz (Berlin 1934).

Lit.: R. A. B. Oosterhuis, Levensschets v. Prof. K.

F. W., in: Stemmen des tijds, XXX, 2 (1941); F. A. Wjllius en T. J. Dry, A History of the Heart and the Circulation (Philadelphia - London 1948), biz. 341-347.

< >