sedert 1758 hertog, sedert 1815 groothertog van SAKSEN-WEIMAR-EISENACH (Weimar 3 Sept. 1757 - Graditz, bij Torgau, 14 Juni 1828), was de vriend en beschermer van Goethe, waardoor Weimar middelpunt van het Duitse geestesleven werd. Hij werd opgevoed door Wieland.
Zijn vriendschap met Goethe dateert van 1774. Door Goethe vestigden zich ook Herder, Schiller en tijdelijk Jean Paul te Weimar. Ook met Duitse geleerden (o.a. met Alexander von Humboldt) stond hij in betrekking. In 1791 werd door hem het beroemde „Hoftheater” te Weimar gesticht. De universiteit van Jena nam onder zijn regering zeer toe in betekenis. Tijdens het Congres van Erfurt (1808) ontving hij Napoleon I en Alexander van Rusland aan zijn hof.
In de Restauratietijd was Karel Augustus de eerste Duitse vorst, die een constitutie met Landstenden invoerde, zoals het Wener Congres in het vooruitzicht had gesteld (5 Mei 1816). De briefwisseling van Karel Augustus met Goethe is uitgegeven door H. Wahl (3 dln, 1915-1918).Lit.: W. Bode, K. A. v. W. Jugendjahre (1913); H. Frhr v.
Egloffstein, G. A. auf dem Wiener Kongress (1915); E. Mareks, K. A. v. W. (1928); W. Andreas, Kämpfe u.
Intrigen um den Regierungsantritt Carl Augusts v. Weimar (in: Hist. Zeitschr. CLXIX, 1949).