Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jena

betekenis & definitie

stad in het Duitse Land Thüringen (vroeger in het groothertogdom Saksen-Weimar), met (1946) 82 720 inw., ligt, rondom door hoge bergen omgeven, aan de Saaie, aan de spoorlijnen Grossheringen - Saalfeld en Weimar - Gera.

STADSBEELD

De Altstadt bezit een schilderachtige, door oude huizen omgeven markt. De „Stadtkirche” St Michael, een Laatgothische hallenkerk (1438-1528), is ondanks herhaalde verbouwingen indrukwekkend. Behalve de „Kollegienkirche” moeten de Romaanse R.K. Johanneskerk (11de eeuw) en het in 1700 gerestaureerde raadhuis (15de eeuw) genoemd worden. Enkele resten van de stadswallen zijn nog over. Het huis „Zum Schwarzen Bären”, waar Luther op zijn vlucht van de Wartburg overnachtte, is nog intact.

Jena is de vestigingsplaats van de in 1846 gestichte, bekende, optische fabriek van Carl Zeiss (.z Zeiss). De Zeiss-fabrieken werden in Wereldoorlog II gebombardeerd. De stad heeft naast een glasfabriek, glasslijperij en een glastechnisch laboratorium o.a. een levendige boekhandel. Het belangrijkste voor Jena is echter de in 1548 gestichte universiteit (met er mede verbonden: een bibliotheek, sterrenwacht, meteorologisch instituut, botanische tuin, enz.). Van 1905-’08 bouwde Theodoor Fischer de nieuwe universiteit. Op de rechteroever van de Saaie ligt de voorstad Wenigenjena, met de Schiller-kerk.

GESCHIEDENIS

Jena is vooral bekend geworden door de geweldige nederlaag, die Napoleon I 14 Oct. 1806 in de buurt er van het Pruisische leger onder de prins van Hohenlohe toebracht, terwijl Davout op dezelfde dag de Pruisische hoofdmacht onder de hertog van Brunswijk iets ten N. van Jena bij Auerstedt versloeg. Hohenlohe had de opdracht ontvangen, de overtocht van het hoofdleger over de Saaie te beschermen, maar kon die niet vervullen, doordat de Fransen hem te vlug af waren geweest, 13 Oct. Jena hadden bezet en in de nacht daaropvolgend de belangrijke Landgravenheuvel onmiddellijk ten N. van de stad hadden beklommen. De strijd om de hoogvlakte begon dus terwijl de Pruisen in ongunstige condities verkeerden en werd door hen volledig verloren, toen de Fransen er met hun grote overmacht (100 000 man tegen 40 000 man) in slaagden, de Pruisische linkervleugel te omvatten door de verovering van het dorp Vierzehnheiligen. Het gevolg van de slag bij Jena was de ondergang van het oude Pruisen en de verovering van een groot deel van Noord-Duitsland door Napoleon.

Lit.: E. Borkowsky, Das alte J. und seine Universität (1908); P. Weber, Das J. der Schillerzeit und der Gegenwart (1921); G. Paul, Jena im Wandel der Zeiten (1925); H. Koch, Chronik der Stadt J. (1929); Beitrag zur Gesch. der Stadt J. (1932); G. von der Goltz, Von Rossbach bis J. und Auerstedt (1906); P. Foucart, Campagne de Prusse 1806; dl I, Jéna (Paris 1887); O. v.

Lettow Vorbeck, Der Krieg von 1806-1807 (4 dln, 18911896); Leidolph, Die Schlacht bei Jena (1926); H. Koch, Die Gamisonskirche und die St Johanniskirche zu J. (1936); Baudenkmäler der Stadt J. und ihrer Umgebung (1936); A.Beier, Architectus Jenensis (1936); J. H. Schulze, Die Jenaische Landschaft (1937).