Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jungfrau

betekenis & definitie

een 4167 m hoge berg der Finsteraarhorngroep in de Berner Alpen in Zwitserland, ten Z.O. van Interlaken. Hij rijst ten N. steil omhoog uit het Trümmletendal, vanwaar het water naar de Witte Lütschine vloeit.

De berg bestaat uit de kristallijne gesteenten (gneis) van het Aaremassief met daarin geplooide gesteenten van de noordelijke sedimentaire randzone en gelijkt daardoor vanuit het N. gezien op een reeks van pyramidaal boven elkander geplaatste kammen, die door diepe kloven gescheiden zijn. Naar het N.W. verheffen zich voor de Jungfrau twee weinig minder hoge bergtoppen, de Silberhorn (3705 m) en de Schneehorn (3415 m); van het Z. en Z.O. gezien is de berg een slanke kegel. De hoogste top vormt een smalle, ca 10 m lange, scherpe kam („Grat”). De Jungfraubahn is een in 1912 gereedgekomen electrische tandradspoorweg, die op de Kleine Scheidegg (2064 m) begint en een voortzetting vormt van de Wengeneralpbahn (d.i. de tandradspoorweg Lauterbrunnen - Grindelwald). Zij is de hoogste bergspoorweg in Europa en overwint over een afstand van 9,35 km een hoogte van 1393 m. De spoorbreedte is 1 m; de maximale helling 25 pct.

< >