(Latijn Inter lacus, tussen meren), dorp in het Zwitserse kanton Bern, op 567 m hoogte op de linkeroever van de Aare tussen het Thuner- en het Brienzermeer gelegen, kruispunt aan de spoorweg Thun - Meiringen, telt (1950) ca 5000 inw. Het is ook bootstation aan het verbindingskanaal tussen beide meren.
Het mooie en vruchtbare dal Bödeli, de nabijheid van de meren en van het hooggebergte, het zachte klimaat (jaargemiddelde 8,80 gr. G) en de gezonde lucht zijn de factoren om Interlaken tot een der drukst bezochte badplaatsen en uitgangspunt van bergbeklimmingen te maken. De meest bezochte punten uit de omstreken zijn de Kleiner Rugen, de Heimwehfluh, de ruïne Unspunnen, de Schynige Platte, het Brienzer Rothorn, de Wengernalp-Scheidegg, Mürren, Wengen, Jungfraujoch, Sankt Beatenberg en de Faulhorn. Behalve van het vreemdelingenverkeer leven de inwoners ook van kamgarenspinnerij.