is de naam voor de vertegenwoordigers van een richting in de taalwetenschap, die onder de leiding van K. Brugmann en A.
Leskien te Leipzig in de jaren tussen 1875 en 1880 de wetmatigheid der klankveranderingen als wetenschappelijke grondslag van het taalkundig onderzoek proclameerde. Onder de indruk van de successen der natuurwetenschappen waren zij van oordeel, dat een zuiver wetenschappelijk onderzoek alleen mogelijk was, indien men daarbij mocht uitgaan van klankwetten, die met dezelfde onafwendbaarheid werkten als de natuurwetten. Deze richting, die reeds destijds scherpe tegenspraak o.a. van niemand minder dan Schuchhardt ondervond, geldt nu als geheel verouderd, vooral sedert de resultaten van het dialectonderzoek (z klankwet), maar zij heeft er zeer belangrijk toe bijgedragen, dat wij nu een duidelijk inzicht hebben in de verhoudingen tussen de verschillende Indo-Europese talen.