Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Julien benda

betekenis & definitie

Frans romancier en wijsgeer (Parijs 26 Dec. 1867), stelde reeds in zijn eerste publicaties een absoluut rationalisme tegenover de toen opkomende mystieke en irrationalistische stromingen. Tegen de leer van Bergson* verdedigt Benda de altijd geldende waarden, die gesteld worden door de menselijke rede.

Deze verdediging vertoont op de duur een zekere starheid, die haar belemmert open te staan voor nieuwe onderzoekingen. Benda aanvaardt het bestaan van een eeuwige waarheid, rechtvaardigheid en schoonheid. De waarheid is die, welke de rede vindt. Zijn geloof aan de onveranderlijke rechtvaardigheid maakte hem in zijn jeugd tot Dreyfusard en in latere tijden tot verdediger van de democratie. Deze zal in Europa alleen kunnen bestaan, wanneer o.a. een internationale taal gesteld wordt boven de nationale en wanneer bovendien aan rede en wetenschap de voorkeur gegeven wordt boven intuïtie en letterkunde. In zijn romans geeft Benda aan deze denkbeelden een artistiek verantwoorde en zeer fraaie uitdrukking; in zijn theoretische geschriften geeft hij de verklaring van zijn opvattingen.

Zo verwijt hij aan de intellectuelen in één zijner belangrijkste geschriften, La Trahison des Clercs, het „verraad”, dat zij gepleegd hebben, t.a.v. de eeuwige waarden door zich met tijdelijke en plaatselijke gebeurtenissen bezig te houden. Uiteraard is hij evenmin gesteld op de moderne letterkunde, welke hij een overdaad aan gezochte oorspronkelijkheid, aan anti-intellectualisme en aan duisterheid toeschrijft, waardoor een ernstig gebrek aan zuiver denken en aan algemeengeldigheid ontstaat. In zijn werk La France byzantine bestrijdt hij dan ook vrijwel alle moderne Franse schrijvers, van Valéry tot de surrealisten. Hierbij wordt Benda onmiskenbaar gedreven door denkbeelden, die hij van oudsher bezit, maar bovendien treedt een halsstarrige eenzijdigheid op, die hem niet altijd in staat stelt de doelstellingen van anderen op haar juiste waarde te schatten. Benda maakt daardoor de indruk van een eenzame, die hardnekkig zijn strijd voor het zuivere denken voert. Zijn moed en zijn hartstocht zijn daarbij de grootste bekoring.

PROF. DR S. DRESDENBibl. (Voornaamste werken): L’Ordination (1910-1912), roman; Le Bergsonisme ou une philosophie de la mobilité (1912); Le succes du bergsonisme (1917) ; Les sentiments de Critias (1917) ; Belphégor, essai sur l’esthétique de la présente société française (1917); La trahison des clercs (1927); La jeunesse d’un clerc (1936), autobiografisch, evenals Un régulier dans le siècle (1938) en Exercice d’un enterré vif (1944); La France byzantine (1945); La grande épreuve des démocraties (1940).

Lit.: M. ter Braak, In gesprek met de vorigen (1938), pp. iQS-zrô, n.a.v. de autobiografie; Claude Mauriac, La trahison d’un clerc (1945), n.a.v. La France byzantine; artt. in Criterium van jg. 1945, 1946, 1947.

< >