(Lyon 3 Dec. 1777 - Parijs 11 Mei 1849). Julie Bernard trad in 1793 in het huwelijk met de rijke bankier Jacques Récamier te Parijs en maakte door haar schoonheid en geestigheid haar woning tot een verzamelplaats van de beroemdste mannen der hoofdstad, zoals Moreau, Laharpe, Benjamin Constant, David enz.
In 1811 werd zij wegens haar vijandige houding jegens de toenmalige regering uit Parijs verbannen, waarna zij enige jaren sleet met reizen en ook enige tijd bij madame de Staël* te Coppet bij Genève doorbracht. Na de Restauratie keerde zij terug naar Parijs. Sedert het tweede bankroet van haar echtgenoot woonde zij in afzondering in de Abbaye-aux-Bois, waar weldra weer een uitgelezen kring van geleerden en schrijvers, zoals Chateaubriand, Ballanche, J.-J. Ampère, Sainte-Beuve enz. rondom zich verenigde. Voor de kunst leeft zij voort in het werk van David en Baron Gérard; voor de letterkunde is zij vooral belangrijk als inspiratrice van Chateaubriand’s Mémoires d’Outre-Tombe.Bibl.: Souvenirs et Correspondance tirés des papiers de Mme Récamier (par Mme Charles Lenormant, 1859, 2 vol.); Lettres inédites de Mad. R. et Mad. de Staël, éd. p. G. de Gérando (Paris 1868); Lettres de B. Constant à Mad. R. 1807-30 (Paris 1882).
Lit.: J. Turquan, Madame R. (1902); E. Herriot, Mme R. et ses amis (1904, 2 vol., n. ed. 1934); M. Levaillant, Chateaubriand, Mme R. et les Mémoires d’Outre-Tombe (1936).
