(Josephus Antonius Hubertus Franciscus), Nederlands glazenier, schilder, tekenaar en illustrator (Roermond 6 Oct. 1897), studeerde filosofie in Zwitserland, daarna rechten in Amsterdam tot hij in zijn militaire-diensttijd als tijdverdrijf begon te schilderen. Nadat een voor een prijsvraag ingezonden werk was bekroond, wijdde hij zich geheel aan de kunst.
Hij werkte eerst in Schoorl en na de dood van zijn vader in diens glas-in-lood-atelier te Roermond. In 1939 vertrok hij naar Amerika, vanwaar hij in 1945 voor korte tijd naar Nederland terugkeerde. Behalve glas-in-lood maakt hij schilderijen, fresco’s, opalines en zgn. synresiet-composities. Zijn onderwerpen zijn religieuze en allegorische voorstellingen, landschappen en portretten. Als glazenier brak hij met de schematisch stylerende richting in de glas-in-lood-schilderkunst.Deze barokke geest gaf de voorkeur aan een bezield, aanvankelijk door het Vlaams expressionnisme beïnvloed, realisme, dat door de over laden compositie en helle kleuren wemeling soms onrustig en onoverzichtelijk werkt, doch nimmer afbreuk doet aan de architectuur waarin de ramen geplaatst zijn. Later liet hij meer licht toe en werd de kleur soberder en dieper, soms monochroom. In zijn omvangrijke composities met veel figuren openbaart zich vaak een streven naar zwier en sierlijkheid. In Amerika werd zijn vormgeving zakelijker, minder romantisch en vertonen sommige werken een surrealistisch maniërisme. Het best is hij in zijn glas-in-lood en geschilderde portretten, gouaches en tekeningen, die het minst tot bravour aanleiding geven.
Bibl.: Wij glazeniers (Utrecht 1937, Schijnwerpers 18).
Lit.: Willem Enzinck, Limburgse Beeldende Kunstenaars (Den Haag 1949).