Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 05-01-2022

Jean bart

betekenis & definitie

de vermaardste der Duinkerker kapers (Duinkerken 21 Oct. 1650 - 27 Apr. 1702), verwant aan verscheidene bekende zeevaardersgeslachten dier stad en later eskadercommandant bij de Franse marine, trad op 16jarige leeftijd, gelijk velen zijner stad- en soortgenoten, in Nederlandse zeedienst, omdat Duinkerken in 1662 Frans was geworden en Lodewijk XIV krachtige maatregelen tegen het kapersbedrijf had aangekondigd. Hij nam deel aan de tocht naar Chatham* (1667), doch keerde in 1672, toen Frankrijk aan de Nederlandse Republiek de oorlog had verklaard, naar zijn vaderstad terug en onderscheidde zich weldra zozeer in de kaperstrijd tegen de vijand, dat hij, ondanks zijn nietadellijke afkomst, in 1679 tot luitenant bij de koninklijke marine, in 1686, op voorstel van den beroemden vestingbouwkundige Vauban*, tot kapitein van een licht fregat en in 1689, na het uitbreken van de Negenjarige Oorlog* (16881697) en een vermetele ontsnapping uit Engelse gevangenschap, tot gezagvoerder over een groot oorlogsschip werd aangesteld.

Onberekenbare schade heeft hij de Nederlandse en Engelse handels- en vissersvloten in deze oorlog toegebracht, niet alleen door zijn persoonlijke moed en zijn aanvoerdersgaven, maar ook door zijn weloverwogen strategische en tactische methoden. In een schriftelijke Proposition aan zijn regering legde hij zijn denkbeelden betreffende een stelselmatige vernietiging van de Hollandse handel in de Noordelijke wateren neer en bij een ontmoeting met vijandelijke schepen placht hij zijn mannen vóór te gaan in de aanvalstactiek, die hij boven de geschutsstrijd verkoos: zo snel mogelijk enteren en de gezagvoerders der tegenstanders doden. Tot zijn befaamde daden behoren de doorbreking der vijandelijke blokkade van Duinkerken in Juli 1691 en de verdediging dier stad tegen de EngelsNederlandse bombardeerschepen, branders en helse machines in Sept. 1694 en Aug. 1695, doch bovenal het gevecht bij Texel van 29 Juni 1694, toen hij de korenvloot uit de Oostzee, welke Frankrijk van de hongersnood moest redden, uit de macht van een sterker Nederlands eskader onder den schout-bij-nacht Hidde de Vries bevrijdde en haar vervolgens behouden naar zijn vaderland bracht. Hij stond in hoge gunst bij koning Lodewijk XIV, die hem in 1694 tot ridder in de Orde van den H. Lodewijk, na het gevecht bij Texel in de adelstand en m i6g6, op grond van zijn langdurige en succesrijke bevelvoering over het Noordelijke eskader, officieel tot eskaderchef van de provincie Vlaanderen verhief. Bij de uitrusting van zijn schepen met het oog op de dreigende Spaanse Successie-Oorlog* (1702-1713) vatte hij koude en overleed binnen weinig tijds aan pleuris.Jean Bart’s legendarisch geworden figuur is niet aan ernstige mistekening ontkomen. Op grond van de caricaturale voorstelling in de Mémoires van zijn strijdmakker Claude de Forbin (dln 74 en 75 der Coll, des Mém. relat. à 1’Hist. de France, Paris 1829) gold de onbehouwen zeeman, dien men in hem zag, de plebejer met zijn onafscheidelijke pijp, die zich te Versailles aan koning noch edelman stoorde, tijdens de Franse Revolutie als het prototype van den Sans-Culotte en Jean Bart, naar een origineel in het werd hij, zelfs in carmagnole en hoed met tricolore afgebeeld, de peetvader van talloze politieke blaadjes. Forbin’s schildering is echter even onjuist als die van Eugène Sue in zijn Histoire de la Marine française (5 dln, Paris 1835-1837), volgens welke Jean Bart een soort „Fra Diavolo ter zee” zou zijn geweest. De Duinkerkse historicus P. Faulconnier, die hem persoonlijk heeft gekend, tekent den Vlaming, die nauwelijks Frans sprak en zich aan het hof zo correct mogelijk gedroeg, in zijn Description historique de Dunkerque (2 dln, Bruges 1730) als een schrander, sober, onverschrokken man van een bijzondere tegenwoordigheid van geest, kundig in zijn vak en belangeloos in de uitoefening hiervan.

DR J. K. OUDENDIJK

Lit.: H. Malo, Les corsaires dunkerquois et J. Bart, 2 dln (Paris 1912, 1913); ld., Jean Bart (Paris 1929).

< >