Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 04-07-2022

Jan zonder land

betekenis & definitie

(Lackland), koning van ENGELAND (Oxford 24 Dec. 1167 - Newark 19 Oct. 1216), regeerde van 1199 tot 1216. Hij was de jongste zoon van koning Hendrik II, uit het huis Plantagenet.

In tegenstelling met zijn oudere broeders werd hem geen apanage uit de bezittingen op het vasteland gegeven, wat hem zijn bijnaam heeft bezorgd. Wel ontving hij later aan beide zijden van het Kanaal tal van domeinen. In 1185 voerde hij in Ierland enkele maanden persoonlijk het bestuur, met zeer gering succes. Bij de opstand van zijn broeder Richard Leeuwenhart in 1188-1189 koos hij diens zijde. Koning geworden voegde Richard aan de domeinen van zijn jongere broeder nog verscheidene toe, doch hij weerde hem als regent van het koninkrijk toen hij van 1190-1194 naar het H. Land vertrok.

Vergeefs intrigeerde Jan zonder Land, om zijn broeder te verdringen. Door Richard echter wel op diens sterfbed (gest. 6 Apr. 1199) als opvolger aangewezen, werd Jan zonder moeite in Engeland erkend. Ook Normandië maakte geen tegenwerpingen. In de overige continentale delen van het Anglo-Angevijnse rijk trad echter als tegenpretendent op Arthur van Bretagne, zoon van Geoffrey, derde zoon van Hendrik II, die een oorlog ontketende. Bij de vrede van Goulet (22 Mei 1200), hoefde Jan zich evenwel slechts enkele territoriale opofferingen te getroosten.De vrede van Goulet was slechts een korte wapenstilstand. Jan werd wegens een huwelijkskwestie gedaagd voor het koninklijke hof van Frankrijk, en, op zijn weigering, van zijn Franse lenen vervallen verklaard (28 Apr. 1202). Samen met Arthur van Bretagne heropende Philips Augustus de vijandelijkheden. Op 1 Aug. 1202 viel Arthur in handen van de Engelse koning op wiens last hij 3 Apr. 1203 te Rouaan werd geworgd. Van heel het continentale Anglo-Angevijnse rijk bleven desondanks enkel nog Aquitanië en enkele delen van Poitou over. Op 13 Oct. 1206 werd een bestand van twee jaar gesloten.

Inmiddels geraakte Jan, naar aanleiding van de verkiezing van de aartsbisschop van Canterbury, Stephen Langton, in zulke moeilijkheden met de Engelse kerk, dat Innocentius III in Mrt 1208 Engeland onder interdict plaatste, daardoor de machtspositie van de koning nog meer verzwakkend. In 1209 werd Jan in de ban gedaan en in Jan. 1213 van de troon vervallen verklaard. Philips Augustus werd met de uitvoering van het vonnis belast. Op 15 Mei 1213 verklaarde de Engelse koning zich echter vazal van de H. Stoel, en maakte zodoende Innocentius III van vijand tot bondgenoot. Philips Augustus moest niet alleen afzien van de voorgenomen invasie maar werd nu op zijn beurt bedreigd met een inval van de twee koningen, bij wie zich Ferrand van Portugal, graaf van Vlaanderen, had gevoegd.

De Franse kroonprins Lodewijk versloeg echter op 2 Juli 1214 Jan te La Roche-aux-Moines (bij Angers), terwijl zijn vader op 27 Juli bij Bouvines Otto IV en Ferrand verpletterde. Dit betekende het einde van Jans heroveringsplannen. Op 18 Sept. 1214 werd te Chinon een nieuwe wapenstilstand gesloten. In Engeland zelf ondermijnden deze nederlagen de positie van de koning. Geestelijkheid, adel en stedelijke burgerij kwamen in opstand en dwongen de koning op 15 juni 1215, te Runnymead bij Windsor, de beroemde Magna Charta af. Innocentius III poogde nog zijn vazal te helpen, verklaarde de Magna Charta zonder waarde (24 Aug. 1215), excommuniceerde de rebellen.

Dezen droegen de Engelse kroon op aan de Franse kroonprins Lodewijk (Oct. 1215), die het Kanaal overstak en Londen binnentrok (2 Juni 1216). Jan trok zich terug naar het Noorden waar hij op 19 Oct. 1216 te Newark overleed. Hij werd opgevolgd door zijn oudste zoon Hendrik III. Hij liet nog een andere zoon na, Richard, graaf van Cornwall (in 1257 tot Rooms-koning gekozen), en twee dochters, van wie Isabella huwde met keizer Frederik II, en Eleonora met Simon van Montfort. Jan zonder Land wordt vaak afgeschilderd als een cynische, wrede, maar blohartige intrigant; hij moet veeleer worden beschouwd als een psychisch onevenwichtige van het cyclothymisch type. In zijn tijd zelf werd hij door zijn tegenstanders niet steeds verantwoordelijk gesteld voor zijn daden.

Lit.: K. Norgate, John Lackland (1902); Idem, England under the Angevin Kings (2 dln, 1887); J. H. Ramsay, The Angevin Empire, 1154-1216 (1903); S. Painter, The Reign of King John (1949).

< >