of Don Juan d’Austria (Regensburg 24 Febr. 1547 - Bouges, bij Namen, i Oct. 1578), onwettige zoon van keizer Karel V en van Barbara Blomberg uit Regensburg, ging reeds in 1550 naar Spanje, maar werd, overeenkomstig de wil van zijn vader, eerst na diens dood (1558) als zoon van de keizer erkend. Hij leefde toen aan het hof van zijn halfbroer Philips II, waar hij vriendschappelijk omging met diens zoon Don Carlos.
In 1561 bezocht hij met deze en Alexander Farnese de universiteit te Alcató, tot het einde van 1564. Toen ontvluchtte hij het hof, afkerig van de studie, om zich aan te sluiten bij de bestrijders der Turken op Malta; dit mislukte, maar ten slotte gaf Philips aan zijn wens toe en in 1568 bestreed hij de Afrikaanse zeerovers. Bloedig dempte hij in 1569 en 1570 in Granada de opstand der Morisco’s. Daarna behaalde hij, als opperbevelhebber over de vloot der Heilige Liga, 7 Oct. 1571 een schitterende overwinning op de Turken bij Lepanto. In 1575 werd hij vicaris-generaal over alle Spaanse gebieden in Italië en 3 Mei 1576 benoemde Philips hem, tegen zijn zin, tot landvoogd van de Nederlanden. Na lang op zijn instructie te hebben gewacht, reisde hij als page verkleed van Madrid uit door Frankrijk en kwam 3 Nov. te Luxemburg aan, waar hij, gewantrouwd en tegengewerkt door Willem van Oranje, de gehele winter met de Staten-Generaal onderhandelde over de van hem geëiste bekrachtiging van de Pacificatie van Gent.
Te Marche-en-Famines tekende hij 12 Febr. 1577 het Eeuwig Edict, waarbij hij beloofde de Spaanse troepen te zullen wegzenden. Pas nadat dit gebeurd was, werd hij door de Staten als landvoogd erkend en kon hij zijn intocht in Brussel doen (12 Mei 1577). Onderhandelingen met Holland en Zeeland mislukten, de prins zaaide steeds meer wantrouwen tegen hem en diens verdenking, dat Don Juan toch eigenlijk het plan had door wapengeweld de Nederlanden geheel te onderwerpen, werd bevestigd, doordat Don Juan zich 24 Juli 1577 plotseling op het kasteel te Namen verschanste en de Spaanse troepen, op weg naar Italië, terugriep. Nu werd Oranje als ruwaard van Brabant erkend en 7 Dec. 1577 verklaarden de Staten-Generaal Don Juan vervallen van de landvoogdij en benoemden de volgende dag Matthias van Oostenrijk tot landvoogd. Wel versloegen Don Juans troepen, vooral dank zij Parma (z Farnese, Alexander), de troepen der Staten bij Gembloux (31 Jan. 1578), maar door geldgebrek kon hij weinig profijt trekken van deze overwinning. Daardoor moest hij zelfs het grootste deel van 1578 werkeloos blijven; ergernis hierover en de zekerheid, dat Philips hem wantrouwde, sloopten zijn gezondheid.
Hij stierf aan de typhus. Kort voor zijn dood had hij Parma als zijn opvolger aangewezen. Zijn lijk werd later naar Spanje overgebracht.Lit.: Stirling-Maxwell, Don John of Austria (2 dln, London 1883); G. H. T. Bussemaker, De afscheiding der Waalsche gewesten van de Generale Unie (2 dln, Haarlem 1895-1896); v. Normann-Friedenfels, Don Juan d’Austria als Admiral der heil. Liga und die Schlacht bei Lepanto (1902); F.
H. M. Huybers, Don Juan van Oostenrijk (2 dln, Utrecht I913-I914), P. Herre, Barbara Blomberg (Leipzig 1909)