Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

Gepubliceerd op 28-12-2022

Jan Josephsz. van, GOYEN

betekenis & definitie

Nederlands schilder (Leiden 13 Jan. 1596-’s-Gravenhage 27 Apr.

1656), was leerling o.a. van Esaïas van de Velde. Van Goyen’s vroegste landschappen zijn nog nauw met die van zijn leermeester verwant, later worden zij minder kleurig. De kleur is dan meest geelbruin, nog later worden zij grijzig van toon. In 1631 had de meester zich te ’s-Gravenhage gevestigd. Voor die tijd had hij ook Frankrijk bezocht. Onder de invloed van Esaïas van de Velde is bijv. een klein wintergezicht te Rotterdam. Van zijn latere werken is een groot aantal over de verschillende musea verspreid. Eerst in 1640 schijnt Van Goyen geheel en al zichzelf te zijn. Het anekdotische element in zijn werk heeft dan grotendeels plaats gemaakt voor een atmosferische kunst. Uit die tijd ongeveer zijn een zomeren een winterlandschap te Dresden. Van 1641 is het Valkhof te Nijmegen, gezien van de rivierzijde. Buitengewoon mooi zijn ook Van Goyen’s tekeningen waarvan het Prentenkabinet te Amsterdam o.a. een grote collectie bezit.

Lit.: W. von Bode, Die Meister der holl. u. flam. Malerschulen (4de dr., 1923); Hofstede de Groot, Holland. Maler (dl VIII, 1923); H. Vollhard, Die Grundtypen der Landschaftsbilder J. v.

G. und ihre Entwicklung (Halle 1927); H. van de Waal, Jan van Goyen-Paletserie (Amsterdam 1941).

< >